Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Pruimenboom planten
Het woord "pruimen" doet velen onder ons meteen denken aan de pruimentaart die in de late zomer op tafel komt. Dit gebak smaakt heerlijk met vers geoogst fruit. Reden genoeg om een pruimenboom in je tuin aan te planten! Voordat we gaan aanplanten, leggen we je uit hoe je een pruimenboom kan herkennen en hoe je die kan onderscheiden van een kwetsenboom.
De pruimenfamilie
De pruim (Prunus domestica L.) behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Zoals de botanische naam al doet vermoeden, behoort de plant tot het geslacht "Prunus". Vertaald uit het Latijn betekent Prunus "pruimenboom". De Prunus-soorten omvatten echter niet alleen de klassieke pruimenboom, maar ook andere boomsoorten zoals sleedoorn, abrikoos of zure kers.
Wat is het verschil tussen pruimen en kwetsen?
De kwets is geen klassieke pruim. Toch zijn de twee plantensoorten nauw aan elkaar verwant. Zo is de echte kwets (Prunus domestica subsp. domestica) een ondersoort van de pruim. Dit betekent dat de pruim de "oorspronkelijke vrucht" is waaruit de kwets is ontstaan. Mirabellen (Prunus domestica subsp. syriaca) - ook wel gele pruim genoemd - en de Reine Claude (Prunus domestica subsp. italica) zijn eveneens ondersoorten van de pruim. Terwijl Reine Claudes en Mirabellen meestal gemakkelijk te onderscheiden zijn van pruimen vanwege hun gele kleur, kunnen kwetsen en pruimenbomen snel met elkaar verward worden.
Toch zijn er enkele duidelijke verschillen tussen kwetsen en pruimen : pruimen zijn bijvoorbeeld meestal groter en ronder van vorm, terwijl kwetsen kleiner en langwerpiger zijn. Pruimen smaken ook sappiger en zoeter dan de ietwat zure kwetsen. Er bestaan echter ook mengvormen, zodat pruimen en kwetsen niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn.
In de volgende tabel vind je in één oogopslag de belangrijkste verschillen:
Pruim | Kwets |
Meestal groter, ronde vorm | Kleiner, meer langwerpige vorm |
Uitgesproken groef | Geen uitgesproken groef |
Sappiger en zoeter | Zuurder, het vruchtvlees bevat minder water |
De pit is moeilijk te verwijderen | Kan gemakkelijk ontpit worden |
Bijzonder geschikt voor chutney of compote | Bijzonder geschikt voor gebak |
Weet je niet zeker of je een klassieke pruimenboom wilt kweken of liever mirabellen of kwetsen? Wat dacht je van een combinatie van verschillende Prunus-soorten? De keuze is enorm met vruchten van verschillende consistentie en zoetheid. Ook de oogsttijd kan variëren. In principe zijn de oude variëteiten nog steeds wijdverspreid, maar voor starters zijn nieuwere cultivars meestal iets beter geschikt, omdat ze minder vatbaar zijn voor ziekten.
KWETSEN
Wat kwetsen betreft is het aanbod van nieuwere variëteiten bijzonder groot. Vroege kwetsen die je vanaf juli of augustus kunt oogsten zijn bijvoorbeeld de 'Katinka' of de 'Juna'. De oogsttijd van de 'Jojo' daarentegen is van september tot oktober. Een beproefde klassieker is de 'Huiskwets'. Hoewel hij minder ziektebestendig is, weet hij ons te overtuigen met zijn heerlijke vruchten. De kwets 'Ortenauer Typ Borssumer' is niet alleen populair bij hobbytuiniers maar is ook een gewaardeerde variëteit in de commerciële teelt vanwege de robuustheid en de rijke oogst.
MIRABELLEN
De kleine vruchten van de 'Mirabelle van Nancy' bieden de typische zoete smaak van mirabellen, terwijl een populaire variëteit van Reine Claude de 'Reine Claude Verte' is.
PRUIMEN
Als je een klassieke pruimensoort wilt kweken, is de 'Krete' geschikt. Deze is bijzonder robuust en produceert een rijke oogst. Een nobele kennersvariëteit is de pruim 'Queen Victoria', die zich al in de 19e eeuw in Engeland verspreidde en verrrast met goudgele tot lichtpaarse vruchten.
In principe kan er een onderscheid gemaakt worden tussen zelfbestuivende en niet-zelfbestuivende pruimenvariëteiten. Terwijl zelfbestuivende variëteiten, zoals de pruimenvariëteit 'Hanita', zichzelf kunnen bestuiven, hebben andere variëteiten een bestuivende variëteit nodig die in de buurt is geplant om vruchten te produceren. Om ervoor te zorgen dat de bestuivende variëteit als stuifmeeldonor dient, moet je ervoor zorgen dat de twee pruimenbomen dezelfde bloeitijd hebben.
Over het algemeen hebben zelfbestuivende variëteiten echter ook baat bij een extra stuifmeelaanvoer van een bestuivend ras. Het beste is om voor de aankoop van de fruitboom uit te zoeken of het een zelfbestuivende variëteit is en welke bestuiver geschikt is in geval van twijfel. Zo wacht je niet tevergeefs op heerlijke pruimen uit eigen kweek. Dit onderscheid geldt ook voor mirabel-, Reine Claude- en kwetsenbomen. Dus als je zowel een pruimen- als kwetsenboom in je tuin wilt, lees dan zorgvuldig de informatie op het plantenlabel na.
Als je veel zoet fruit wilt oogsten, moet je een zonnige plek in de tuin reserveren voor je pruimenboom. Alleen op een plek met volle zon zal de pruimenboom een weelderige en uniforme oogst produceren. Bovendien moet de plek idealiter beschut zijn tegen regen en wind. Tegelijkertijd houdt de pruimenboom niet van te veel droogte. Bedek de grond met een laag houtchips zodat het vocht niet te snel verdampt. De grond moet rijk zijn aan humus en voedingsstoffen zodat je pruimenboom zich prettig voelt. Mirabelle- en kwetsenbomen houden ook van een zo zonnig mogelijke standplaats op een voedselrijk stuk grond.
Een goede plantperiode voor je pruimen- of kwetsenboom is in de herfst, tussen oktober en november, wanneer er geen vorst wordt aangekondigd en de boom geen bladeren meer draagt. In deze periode hoeft de pruimenboom zich niet te concentreren op de ontwikkeling van bladeren en vruchten, maar kan hij al zijn aandacht richten op de inworteling. In deze tijd van het jaar is er ook voldoende water en tot de eerste vorst heeft de boom meestal nog genoeg tijd om te wortelen. Als je je pruimenboom in het voorjaar wilt planten, zorg er dan ook voor dat er geen dreiging meer is van zware vorst.
Als je een pruimenboom in je tuin wilt planten, let dan tijdens de aankoop op de grootte van de kroon. Deze moet ongeveer even groot zijn als de kluit. Als de kroon te breed is, dan kan je snoeien. Meer informatie over het snoeien van een pruimenboom vind je verder in dit plantenportret. Controleer voor de aanplanting ook de wortels van planten met blote wortel : gebroken of rotte wortels moeten met een scherpe schaar worden afgeknipt. Zo kan je ervoor zorgen dat je fruitboom al bij de aanplanting zo gezond mogelijk kan groeien.
Zo ga je te werk :
Zelfs als je alleen een terras of balkon ter beschikking hebt, kan je een pruimenboom planten. Variëteiten die groeien in zuilvorm zijn hiervoor geschikt, bijvoorbeeld de pruimenvariëteit 'Black Amber'. Het is belangrijk dat je een voldoende grote en stabiele bak kiest. Bedek de bodem van de bak met drainagemateriaal. Dit voorkomt het risico op wateroverlast, wat kan leiden tot wortelrot. Een hoogwaardige, voedselrijke potgrond wordt aanbevolen als basis om de jonge boom in het begin te voorzien van belangrijke voedingsstoffen.
Gebruik een steunpaal om je pruimenboom de eerste jaren na de aanplanting de stabiliteit te bieden die hij nodig heeft.
Correct verzorgen
Pruimenboom verzorgen
Vooral direct na de aanplanting heeft de pruimenboom regelmatig water nodig. Als er onvoldoende regen valt tijdens de herfst, moet je het wortelgebied de eerste weken regelmatig water geven. Aangezien het enkele jaren duurt voordat je fruitboom diepe wortels heeft ontwikkeld, zal hij in deze periode sneller dorst hebben. Daarom heeft hij je hulp nodig, vooral in de vaak droge zomermaanden.
Tip : het is beter om je pruimenboom in de tuin iets minder vaak, maar wel grondig water te geven zodat hij diepe wortels ontwikkelt en kan drogere periodes beter kan doorstaan. Naarmate de boom ouder wordt, hoef je hem steeds minder vaak water te geven. Toch zal je pruimenboom blij zijn met een extra portie water als de hitte aanhoudt.
Als je de boom als zuilvrucht in een bak hebt geplant, zal je meestal vaker water moeten geven, omdat de watervoorraad in de beperkte grond niet zo groot is. Een laag mulch of schors bovenop de grond zal ervoor zorgen dat het substraat niet zo snel uitdroogt.
Voor een rijke pruimen-, kwetsen- of mirabellenoogst heeft je fruitboom voldoende voedingsstoffen nodig. Om je plant te voorzien van stikstof, fosfaat, kalium en andere voedingsstoffen - vooral tijdens de bloei en vruchtzetting - kun je in het voorjaar een langzaam werkende meststof gebruiken die is aangepast aan de behoeften van steenfruit. Als je naast pruimen ook mirabellen of andere fruitbomen in de tuin hebt geplant, kun je ze ook voorzien van een portie meststof.
Fruitbomen in bakken kan je bijmesten met een vloeibare fruit- en groentemeststof indien nodig. De toevoer van voedingsstoffen in bakken is namelijk kleiner dan gewassen in de tuin vanwege het beperkte volume grond.
Een jonge pruimenboom wil zo hoog mogelijk worden. Als je hem gewoon zou laten groeien, zouden de scheuten zo verticaal mogelijk proberen te groeien en elkaar in de weg zitten. Met de zogenaamde begeleidingssnoei zorg je ervoor dat de boom zich ook na de aanplanting ontwikkelt en naar de zijkanten vertakt. Om dit te doen, laat je drie tot vijf verticaal groeiende hoofdtakken staan en kort je de zijscheuten een beetje in. De ideale periode om te snoeien is in de lente of de herfst, na de aanplanting.
In de daaropvolgende jaren moet je je fruitboom ook snoeien in de herfst of de lente. De zogenaamde onderhoudssnoei zorgt ervoor dat de boom een evenwichtige kroon vormt. Hierbij worden zijscheuten ingekort, zieke vruchtscheuten verwijderd en waterscheuten teruggesnoeid. Door te snoeien zorg je ervoor dat de vruchtscheuten niet te oud worden en dat je veel lekkere pruimen kunt blijven oogsten.
Om de vorm te behouden, moeten oudere pruimenbomen na de oogst worden gesnoeid. Daarnaast kun je bij heel oude exemplaren een vormsnoei uitvoeren. Dit betekent dat je de boom sterk terugsnoeit en hem zo stimuleert om gezonde nieuwe scheuten te laten groeien. De optimale tijd hiervoor is in het vorstvrije voorjaar.
Over het algemeen worden de volgende scheuten verwijderd bij het snoeien :
Afhankelijk van de dikte van de takken die je knipt, moet je verschillende gereedschappen gebruiken. Voor dunne zijscheuten volstaat een snoeischaar, terwijl takken die ongeveer zo dik zijn als een bezem moeten worden ingekort met een boomschaar. Voor leidende scheuten en andere takken met een grotere omtrek is een snoeizaag het aangewezen snoeigereedschap.
De snoeiwonden op je pruimenboom zijn bijzonder gevoelig voor ziekten zoals schimmels. Door een wondafdekmiddel te gebruiken, kan de plant de wonden sneller sluiten en zo infecties voorkomen.
Meer tips en illustraties over verschillende soorten snoei, zoals onderhoudssnoei en vormsnoei vind je in ons artikel "fruitbomen snoeien".
In principe is de pruimenboom winterhard. Als hij net aangeplant is, is hij echter nog wat gevoelig voor de kou, waardoor er vorstscheuren op de stam kunnen ontstaan. Om schade te voorkomen, kun je de jonge fruitboom beschermen met een laag bomenwitsel of met jute of vergelijkbaar materiaal.
Pruimenbomen in kuipen hebben ook bescherming nodig tegen de kou. Dit komt omdat de wortelkluit in de pot minder goed beschermd is dan in de diepe grond. Wikkel de pot daarom in de winter in fleece of een oude deken. Ook jonge kwetsen en kwetsenbomen in potten moeten worden beschermd tegen winterse temperatuurdalingen, zodat ze het koude seizoen ongeschonden doorkomen.
Een manier om je pruimenboom extra voor te bereiden op de winter en hem vorstbestendiger te maken, is door hem in de nazomer te bemesten met een kaliumrijke meststof.
Afhankelijk van de variëteit is de oogsttijd voor pruimen tussen juli en oktober. Rijpe vruchten herken je meestal aan hun helderblauwe kleur en het feit dat ze licht meegeven als je erop drukt. Pruimen vormen ook een wit laagje, de geurfilm. Dit zorgt ervoor dat de steenvrucht niet uitdroogt en is dus een zeker teken van verse pruimen. Pluk rijpe vruchten zo snel mogelijk zodat ze niet papperig worden of gaan gisten in de zon.
Pruimen, kwetsen en dergelijke zijn niet erg lang houdbaar. Vers geplukt, in een gesloten bak, kan je ze ongeveer een week in de koelkast bewaren. Anderzijds blijft het fruit tot een jaar goed als je het invriest. Hiervoor ontpit je het fruit en doe je het in diepvrieszakjes of afsluitbare bakjes.
De typische smaak van pruimen komt bijzonder goed tot zijn recht wanneer de steenvruchten worden verwerkt. Zoete compotes, hartige chutneys of heerlijke pruimentaarten zijn bijzonder populair, waarbij de vruchten het best op het deeg worden gelegd met de schil naar beneden zodat ze niet zoveel vocht verliezen.
Waarschijnlijk de gevaarlijkste ziekte voor de pruimenboom is de Scharka-ziekte, omdat de plant volledig moet worden gerooid in het geval van een besmetting. De virale ziekte wordt overgedragen via bladluizen en is te herkennen aan lichtgroene vlekken op de bladeren en verharde kuilen in de vruchten. Deze niet-behandelbare virale infectie is meldingsplichtig. Aangezien de ziekte niet bestreden kan worden, kies je bij de aankoop van de boom best voor een zo resistent mogelijke variëteit.
Een plaag die ook tot een beperkte oogst leidt, is de pruimenmot - de naam kan misleidend zijn, want zelfs mirabel- of kwetsenbomen zijn niet veilig voor deze plaag. Nadat de motten hun eitjes op het fruit hebben gelegd en de rupsen zijn uitgekomen, boren ze zich in de pruimen. Daar eten ze de binnenkant van de vrucht, die dan meestal vroegtijdig afvalt of zacht wordt. Je kunt de verspreiding van de pruimenmot beperken met behulp van een feromonenval. De mannetjes van de pruimenmot worden aangetrokken en in de val gelokt, zodat de bevruchting wordt beperkt. De insecticidenvrije val dient ook om te controleren of en in welke mate je pruimenboom is aangetast door de pruimenmot. Hang de val zo vroeg mogelijk op - bij voorkeur in april, voordat de pruimenmot zijn grote intrede maakt.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
De juiste verzorgingsproducten voor jouw pruimenboom