Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Appelboom planten
De appel is de op één na meest verkochte fruitsoort in ons land. De appelboom (Malus domestica) behoort tot de rozenfamilie (Rosacea) en inspireert niet alleen door zijn rijke oogst, maar ook door de grote verscheidenheid aan variëteiten. Volgens schattingen zouden er wereldwijd ongeveer 20.000 appelvariëteiten bestaan.
Als je op zoek bent naar de juiste appelboomsoort voor jouw tuin, dan spelen verschillende criteria een grote rol : het oogsttijdstip en de rijpingstijd, de weerstand tegen ziekten en plagen, de allergievriendelijkheid, de smaak en de textuur van het fruit en tenslotte de groeivorm van de fruitboom.
1. Het oogsttijdstip en de rijpingstijd
Wil je je appels meteen verwerken of tijdens de winter bewaren zodat je in de donkere wintermaanden kan genieten van een heerlijke eigen gekweekte appel? Alles hangt af van wanneer je je appels wilt oogsten en gebruiken. Je moet bij de keuze van de appelboomsoort dus heel goed letten op het oogsttijdstip, de rijpingstijd en de houdbaarheid.
- Herfstappels kunnen meestal tussen september en oktober geoogst worden. Velen kunnen meteen gebruikt worden maar kunnen ook worden bewaard tot Kerst. Heel populair is bijvoorbeeld de zoete herfstappel “Santana“. Anderen zijn pas rijp na enkele weken.
- Winterappelen zijn variëteiten die na de oogst in de herfst meestal nog enkele maanden bewaard kunnen worden en pas vanaf november/december eetbaar zijn. Het zijn de klassieke bewaarappels. Denk maar aan variëteiten zoals de “Red Ice Apple” of “Berlepsch”, maar ook de bekende “Topaz”-appel.
- Vroege rassen, ook wel zomerappelen genoemd, kunnen tijdens de zomermaanden geoogst en gegeten worden. Populaire zomerappelen zijn de oogstappel (Malus domestica 'White Transparent) en de “Katka”-appel.
2. Weerstand tegen ziekten en plagen
Bij de keuze van het juiste appelras is ook de weerstand van het gewas heel belangrijk. In het Duitse onderzoeksinstituut voor fruitteelt in Dresden-Pillnitz werden bijvoorbeeld speciale appelrassen gefokt die resistent zijn tegen schurft, bacterievuur en meeldauw. Denk maar aan de bekende rassen “Rebella” en “Retina”. Bovendien staat het populaire appelras “Topaz” bekend om zijn hoge weerstand en is hij bij heel wat hobbytuiniers in de tuin terug te vinden.
3. Allergievriendelijkheid
Hoe lekker en populair appelen ook zijn, bij sommigen kan het fruit allergische reacties veroorzaken die gepaard gaan met een brandend en tintelend gevoel in de mond. Zelfs huidirritatie of kortademigheid zijn mogelijk. Vooral nieuwere soorten kunnen deze reacties uitlokken. Toch bestaan er allergievriendelijke appelrassen zoals “Santana”, “Boskoop” en “Gravensteiner”. In principe worden de oudere rassen beter verdragen. Meer informatie over de populairste appelrassen vind je in ons artikel “15 appelsoorten voor de fruittuin”. (Advies > Plantenverzorging > Groenten, fruit & kruiden > 15 appelsoorten voor de fruittuin)
4. Smaak
Eet je graag zure appels of geef je eerder de voorkeur aan zoete soorten? Geen nood : er is voor ieder wat wils! Eén van de meest populaire appelsoorten in België is de “Jonagold” met zijn sappige vruchtvlees en zoetzure smaak.
5. Groeivorm
Halfstam of een zuilvormige appelboom - welke groeivorm past bij jou? Als je een appelboom wilt planten, moet je eerst nadenken welke vorm het beste bij jouw tuin en project past. De groeikracht van de fruitboom is namelijk afhankelijk van de gebruikte entplaats en deze kan sterk variëren. Appelbomen zijn als hoogstam, halfstam, laagstam, struik of zuilboom in je tuincentrum of boomkwekerij verkrijgbaar.
- Voor een weideboomgaard of als boom in de (voor)tuin zijn hoogstammen heel geschikt. Zij bereiken een hoogte van 1,8 tot wel 10 meter. Hoogstammen hebben een vorm die gelijkaardig is aan de natuurlijke appelboom. Als alternatief kan je ook halfstammen gebruiken. Deze hebben een heel stevige kroon en worden maximaal 5 meter hoog.
- Als je een kleine tuin hebt, kan je kiezen voor compacte appelbomen. Zij groeien duidelijk minder fors en vormen daardoor geen brede kroon. Ze worden 2 tot 3 meter hoog. De boompjes die op de tere basis groeien, worden gekweekt als praktische spindelstruiken die bijzonder ruimtebesparend zijn dankzij hun smalle groeivorm.
- Ook op het balkon of op het terras kan je een appelboom kweken. De zuilvormige appelbomen (ook wel trellis genoemd) zijn ideaal voor aanplanting in grote potten. Deze miniboompjes worden van nature heel smal en heel hoog. Vooral de ballerina-appelbomen zijn heel populair.
Andere voor- en nadelen :
Zwak groeiende appelbomen hebben het voordeel, dat ze veel eerder oogstrijpe vruchten dragen dan hun hooggroeiende familieleden. Dankzij hun lage gestalte zijn ze ook veel gemakkelijk te oogsten en te snoeien. Grotere appelbomen overtuigen dan weer met hun langere levensduur en weerstand.
Een appelboom groeit heel goed op een leemachtige, voedselrijke grond. Hij geeft de voorkeur aan een zonnige locatie. De boom kan ook op een half-schaduwrijke maar lichtrijke plek worden aangeplant. Hoe meer zon je appelboom krijgt, hoe meer bloemen en fruit hij zal produceren. Een luchtige standplaats voorkomt bovendien vorstschade en besmettingen met ziekteverwekkers. Een goede drainage van de bodem is eveneens heel belangrijk. Als de boom te natte voeten heeft, zal hij bijzonder vatbaar zijn voor schimmelziekten.
De ideale periode om een appelboom aan te planten, hangt af het type plant. Fruitbomen in potten kan je in principe het ganse jaar door aanplanten. Appelbomen met naakte wortels worden bij voorkeur van oktober tot eind maart aangeplant. Over het algemeen is de herfst de ideale periode. Dan moet je minder water geven en krijgt de boom de tijd tot in het volgende voorjaar om nieuwe wortels te vormen en aan te sterken.
Heb je een kleine zuilappel aangekocht die je in een pot wilt aanplanten, dan moet je ervoor zorgen dat de pot groot genoeg is. De pot moet een inhoud van 20 tot 30 L hebben en voorzien zijn van afvoergaten zodat overtollig water gemakkelijk kan weglopen. Bedek de bodem van de pot met een drainagelaag (vb. puimsteenkorrels) alvorens je de pot opvult met potgrond. Zo voorkom je wateroverlast.
Belangrijk : geen enkele appelboomvariëteit is zelfbestuivend. Dat betekent dat de boom steeds een ander type bestuiver nodig heeft die stuifmeel levert voor de bestuiving van de bloemen. Dat is de enige manier waarop de boom vruchten kan produceren. Om zeker te zijn dat je appels zal kunnen oogsten, kan je meerdere appelbomen aanplanten. Zorg ervoor dat de “bestuiver” dezelfde bloeitijd heeft, zodat de bestuiving zonder problemen kan plaatsvinden. Een goede stuifmeeldonor voor heel wat appelboomsoorten is de variëteit “Reine des Reinettes”. Ook sierappels zijn ideale bestuivers.
Correct verzorgen
Appelboom verzorgen
Voor een goede ontwikkeling heeft je appelboom voldoende water nodig. Dit is vooral heel belangrijk na de aanplanting. Als er amper regen valt, zal je regelmatig moeten begieten. We raden je aan om je appelboom 2 maal per week uitgebreid water te geven in plaats van regelmatig kleinere hoeveelheden. Dit zal de boom aanmoedigen om diep te wortelen. Bij langdurige droogte kan de appelboom zichzelf dan uit de nood helpen door water op te nemen in de diepere grondlagen. Als alternatief zijn er waterzakken voor mobiele irrigatie. Deze worden rondom de appelboom geplaatst en geven voortdurend kleine hoeveelheden water af. Om te voorkomen dat er na het water geven water verdampt, kan je de grond bedekken met mulch.
Goed gewortelde appelbomen hebben na ongeveer 5 jaar meestal alleen maar extra water nodig tijdens periodes van extreme hitte en droogte. Een appelboom die in een pot werd aangeplant, rekent echter op jouw hulp. De boom heeft namelijk maar een beperkte hoeveelheid water ter beschikking. Geef je opgepotte appelboom water wanneer de bovenste grondlaag is opgedroogd. Het water dat niet werd opgenomen door de boom en in de onderzetter terechtkomt, moet worden weggegoten om schimmelziekten aan de wortels te voorkomen.
Om je appelboom alle essentiële voedingsstoffen te bezorgen, kan je de boom in het voorjaar (half maart) bemesten met een organische meststof met lange werking. Hierdoor wordt de fruitboom gedurende meerdere maanden voorzien van alle belangrijke voedingsstoffen zodat hij op lange termijn talrijke bloemen en vruchten kan blijven ontwikkelen.
Regelmatig snoeien is heel belangrijk om je appelboom zo gezond mogelijk te houden. Hoe je een appelboom correct snoeit, kan je nalezen in ons artikel “Appelboom snoeien”.
Naast de oogst heeft een appelboom in het voorjaar nog een bijzonder hoogtepunt, nl. de bloei. De witte tot roze bloemen verschijnen van eind april tot half mei en weten niet alleen ons, maar ook bijen en andere nuttige insecten te betoveren.
Daarom bloeit je appelboom niet
Als je pas aangeplante appelboom het eerste jaar niet bloeit, dan hoef je je geen zorgen te maken. De meeste appelbomen bloeien namelijk pas na één jaar. In sommige gevallen kan het zelfs 5 jaar duren voordat de boom een eerste maal gaat bloeien. Zelfs heel oude bomen produceren mogelijks geen bloemen meer omdat ze al “met pensioen” zijn. Als je de volgende tips nauwkeurig opvolgt, zal je appelboom zeker bloeien :
- Als je appelboom vorig jaar heel veel bloemen en appels heeft geproduceerd, maar dit jaar nauwelijks bloeit, dan kan er sprake zijn van een natuurlijk verschijnsel van afwisseling. Bij sommige appelrassen worden jaren met heel veel bloemen afgewisseld met minder succesvolle jaren. Dit kan je beperken door je boom in de vroege zomer uit te dunnen. Dit betekent dat overtollige bloemen en vruchten verwijderd worden.
- Het risico op late nachtvorst in mei kan de oogst negatief beïnvloeden. Vorstschade aan een appelboom herken je aan knoppen en bloemblaadjes die bruin kleuren. Om deze schade te voorkomen, plant je je appelboom bij voorkeur op een zo luchtig mogelijke plaats waar de lucht goed kan circuleren. Tijdens de bloei kan je je boom extra beschermen tegen vorst met een vlies of oud deken. Als er in je regio vaker late nachtvorst wordt voorspeld, dan doe je er goed aan laatbloeiende appelrassen te planten.
- Appelbomen bloeien normaal gezien alleen op meerjarig hout. Dit betekent dat een sterke, nieuwe scheut niet noodzakelijkerwijs een goede oogst betekent. Eenjarige scheuten dragen namelijk geen vruchten. Zorg er daarom bij het snoeien voor, dat je niet alle meerjarige takken afknipt. Als je boom in het voorjaar of in de herfst te ver is terug gesnoeid, bestaat de kans dat alle bloemknoppen zijn verwijderd. Dit zorgt voor een sterke groei van nieuwe scheuten die helaas het eerste jaar niet zullen bloeien.
Wanneer de eerste appels in de zomer of de herfst aan je appelboom verschijnen, zal je heel blij zijn. Om er zeker van te zijn dat de oogst een succes wordt, kan je met behulp van een zogenaamde kanteltest het juiste oogstmoment bepalen. Hierbij til je de appel iets naar boven. Als de steel gemakkelijk loskomt, is de appel rijp en kan hij geplukt worden. Pluk de appels met de hand en let erop dat je de vruchten niet beschadigt als je ze in de fruitmand legt. Enkel onbeschadigde appels zonder drukplekken zal je lang kunnen bewaren.
Tip om appels correct te bewaren
Zogenaamde bewaarappels worden geoogst voordat ze rijp zijn. Bewaar ze in een vorstvrije kelder met voldoende luchtvochtigheid, maar waar het niet te warm is. Winterappels kan je in de garage of het tuinhuis bewaren. Als je langer wilt genieten van niet-bewaarbare appelsoorten, dan kan je het fruit inkoken en verwerken tot appelmoes. Opgelet : bewaar appels niet samen met ander fruit. Deze stoten namelijk het rijpingsgas ethyleen uit, waardoor het overige fruit snel kan gaan rotten.
De populaire appelboom is vaak het slachtoffer van ziekten :
1. Een vaak voorkomend probleem is de besmetting met schurft (Venturia inaequalis). Deze schimmelziekte duikt op in het voorjaar : er verschijnen olijfgroene vlekken op de bladeren, waardoor ze opdrogen en afsterven. Daarnaast zijn er bruinzwarte vlekken op de vruchten zichtbaar. Hierdoor ontstaan scheuren en gaan de vruchten sneller rotten. In dit artikel ontdek je hoe je schurft kan bestrijden.
2. Vrij zeldzaam maar wel gevaarlijk is de ziekte “bacterievuur” (Erwinia amylovora). Deze bacteriële ziekte treft vooral jonge scheuten, bladeren en bloemen : die kleuren zwart en zien er verbrand uit. Omdat bacterievuur in razendsnel tempo naar andere planten kan uitbreiden, moeten de aangetaste plantendelen zo snel mogelijk worden gesnoeid.
3. Ook meeldauw (Podosphaera leucotricha) komt heel vaak voor op appelbomen. De aangetaste bladeren en scheuten zijn bedekt met een melig wit laagje en drogen op. De ziekteverwekker overwintert in de knoppen en wordt overgebracht naar de nieuwe bladeren. Verwijder daarom de aangetaste scheuten zodra je de ziekte opmerkt. Zo voorkom je dat de meeldauw zich verder verspreidt.
Om meeldauw tegen te gaan kan je, zoals reeds eerder in dit plantenportret vermeld, kiezen voor robuustere variëteiten die minder vaak het slachtoffer worden van vaak voorkomende appelboomziekten. Door de appelboom op de juiste plaats aan te planten en correct te verzorgen, kan je schurft, echte meeldauw en dergelijke op je boom voorkomen.
Naast ziekten zijn ook vaak insecten op appelbomen terug te vinden :
1. Heel vervelend is een besmetting met de fruitmot. De rupsen nestelen zich namelijk in de kern van de appel. In dit artikel hebben we voor jou samengevat hoe je een besmetting met de fruitmot kan herkennen en hoe je fruitmotten kan voorkomen.
2. Ook bladluizen, dan in het bijzonder de roze appelluis (Dysaphis plantaginea) vallen appelbomen vaak aan. Een bladluisplaag kan je meestal herkennen aan de kleverige uitscheiding van de insecten, de honingdauw. Ook zwarte roetschimmel komt vaak voor. Bij een lichte aantasting volstaat het om de aangetaste scheuten te verwijderen. Om op lange termijn van de bladluizen verlost te raken, kan je je appelboom behandelen met een plantenbeschermingsmiddel op basis van natuurlijke ingrediënten.
3. De appelstippelmot (Yponomeuta malinellus) kan ook heel lastig zijn. De rupsen van de vlinder kunnen soms complete bomen kaalvreten en de oogst aanzienlijk verminderen. Een besmetting is vanaf mei meestal te herkennen aan opvallende, witte spinsels op de takken waarin de rupsen zich bevinden. De eenvoudigste manier om van dit vervelende ongedierte af te komen, is door de webben zo snel mogelijk te verwijderen met een waterstraal of een borstel. Om volgend jaar een nieuwe besmetting te voorkomen, raden we je aan om je appelboom in de winter fors te snoeien en de afval bij het huisvuil te gooien.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor een gezonde appelboom