Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Aalbes planten
Aalbessen (ook wel rode bessen of trosbessen genoemd) smaken fruitig en zuur, zijn een sappige verfrissing op warme zomerdagen en vormen het ideale ingrediënt voor fruitsalades en desserts. De besvrucht, die oorspronkelijk uit Centraal- en Oost-Europa komt, wordt ook wel Johannesbes genoemd. Deze naam dankt het fruit aan Johannesdag die op 24 juni wordt gevierd. Vanaf deze dag zijn de vruchten van de aalbes meestal klaar om geoogst te worden.
Aalbessen behoren tot de kruisbessenfamilie (Grossulariaceae) waar ze het enige geslacht vormen. Het geslacht aalbessen (Ribes) omvat echter meer dan honderd soorten. Vooral de rode bes (Ribes rubrum) en de zwarte bes (Ribes nigrum) zijn bekend. De witte bes is geen afzonderlijke soort op zich, maar slechts een kleurvariant van de rode bes. In de volksmond wordt de term "aalbes" vooral gebruikt voor de rode, witte en zwarte aalbes, hoewel andere soorten zoals de kruisbes (Ribes uva-crispa) ook tot het aalbessengeslacht behoren.
Wat de verschillende aalbessenrassen betreft, is er een ruime keuze. Sommige variëteiten zijn bijzonder vroeg rijp - bijvoorbeeld Jonkheer van Tets, die al in juni rijp is. De rode bessenvariëteit 'Augustus' daarentegen kan pas half tot eind juli worden geoogst. Bijzonder populaire rode bessenrassen zijn ook 'Heroes', die zeer productief is, en de beproefde klassieker 'Red Dutch'. De witte bessen zijn een echte blikvanger in de snackhoek. Hier is bijvoorbeeld de variëteit 'White Versailles' met zijn aromatische, zoetzure bessen een goede keuze.
Wie de aalbes als heerlijk supervoedsel wil kweken, moet kiezen voor kandidaten die bijzonder rijk zijn aan vitamine C, zoals de zwarte bessensoort 'Rosenthals Langtraubige', die ook indruk maakt met zijn relatief grote bessen. Afhankelijk van de variëteit bereikt de boom een hoogte van één tot twee meter. Om het oogsten te vergemakkelijken, worden aalbessenstruiken vaak geplant als ruimtebesparende hoge stammen. Voor de teelt in kuipen zijn er ook speciale kleine variëteiten beschikbaar, zoals de zwarte bes 'Summer Pearls® Patio Black'.
Aalbessen voelen zich goed op een zonnige tot halfschaduwrijke, windbeschutte plek in de tuin. Hoe meer zon de plant krijgt, hoe meer vruchten ze zal ontwikkelen. Een plek in de schaduw raden we dan ook af. De bessenstruik kan zowel in de vollegrond als in een pot op het terras worden aangeplant.
Aalbessen houden vooral van een goed doorlatende, voedselrijke grond. Heel lichte, zanderige grond kan je vermengen met kwalitatieve compost of met een universele potgrond. De bodemkwaliteit kan je ook verbeteren door te mulchen. Als de grond te zwaar is, raden we je aan om die te vermengen met een portie zand zodat de wortels meer lucht krijgen.
Als je de bessenstruik in de vollegrond wilt aanplanten, moet je voldoende ruimte voorzien. De struik heeft ongeveer 1,5 tot 2 m² nodig om zijn brede wortelstelsel te ontwikkelen. Als de aalbes te dicht bij andere planten wordt aangeplant, kan de vruchtvorming worden belemmerd. Je kunt je aalbessenstruik ook in een bak aanplanten. Zorg ervoor dat de bak groot genoeg is (minimuminhoud van 25 tot 35 L, afhankelijk van de variëteit) en de bodem voorzien is van drainagegaten. Bedek de bodem van de bak met drainagemateriaal om zo een goede doorlaatbaarheid te voorzien en wateroverlast te voorkomen.
Tip : de meeste aalbessen zijn zelfbestuivend en hebben geen tweede plant nodig om vruchten te produceren. Als er echter aalbessen in de buurt groeien, kan dit de opbrengst verhogen.
Omdat aalbessenstruiken meestal verkrijgbaar zijn als containerplant - d.w.z. als een plant in een pot - kunnen ze vrijwel het hele jaar door geplant worden. De ideale plantperiode is :
Voor aalbessenplanten met blote wortel is de plantperiode iets korter. De late herfst of het vroege voorjaar is een goed moment om ze te planten. Het is belangrijk dat planten met blote wortel na aankoop vrij snel worden uitgeplant.
Tip : vóór de aanplanting kan je de bessenplant voorbereiden door de kluit in een emmer water te plaatsen tot er geen luchtbellen meer aan het oppervlak verschijnen.
Zo ga je te werk :
Tip : na de aanplanting kan het nuttig zijn om de scheuten ongeveer 2/3 terug te snoeien, afhankelijk van de variëteit.
Los liggende, grofmazige groene netten kunnen gevaarlijk zijn voor vogels. Zij zien de groene kleur over het hoofd en raken erin verstrikt. Gebruik daarom fijnmazige groentenetten of ongediertewerende netten om je struik te beschermen.
Correct verzorgen
Aalbes verzorgen
Omdat aalbessenstruiken ondiep wortelen en hun water alleen uit de bovenste grondlagen kunnen halen, hebben ze regelmatig extra water nodig. Houd de grond daarom gelijkmatig vochtig, maar zorg ervoor dat er geen wateroverlast ontstaat. Vooral in het eerste jaar na de aanplanting en tijdens periodes van droogte heeft de bessenstruik voldoende verzorging nodig.
Geef water aan de voet van de plant en vermijd dat bladeren of scheuten nat worden om schimmelziekten te voorkomen. In plaats van elke dag spaarzaam water te geven, raden we je aan om je struik om de 2 tot 3 dagen uitgebreid water te geven. Om het vocht langer in de grond te houden, kan je na de aanplanting een laag mulch rond het wortelgebied strooien. Dit beschermt de grond tegen uitdroging.
Om talrijke, heerlijke vruchttrossen te kunnen vormen, heeft het houtgewas tijdens zijn hele groeiperiode voldoende voedingsstoffen nodig. Gebruik hiervoor een speciale meststof voor bessen. Breng de meststof aan vóór de plant begint uit te lopen in het voorjaar. Zo heeft de struik alle nodige voedingsstoffen ter beschikking tot de vruchtvorming in de zomer.
In de zomer is het eindelijk zover : je kan beginnen oogsten! Afhankelijk van de variëteit en het weer zijn de heerlijke vruchten tussen juni en juli klaar om geoogst te worden. Sommige late variëteiten laat je best verderrijpen tot augustus, bijvoorbeeld de aalbessensoort 'Rovada'. Hoe langer je de vruchten laat rijpen, hoe zoeter en aromatischer ze worden. Zodra de vruchten van de bessenstruik zacht worden en een intense kleur vertonen, zijn ze klaar om geoogst te worden. Niet alle trossen rijpen op hetzelfde moment. Het loont dus de moeite om je bessenstruik geregeld te controleren.
Om het fruit te oogsten, verwijder je het beste de hele tros met de hand of met een scherpe schaar. Er zijn verschillende manieren om de heerlijke bessen te verwerken. Je kunt ze vers van de struik eten, maar je kunt ze ook invriezen en bewaren zodat je het hele jaar door van je heerlijke bessen kan genieten. Een andere optie is om de aalbessen te verwerken in desserts of jam.
Voor een succesvolle oogst op lange termijn is het belangrijk om je bessenstruik regelmatig te snoeien en uit te dunnen. Na uiterlijk drie tot vier jaar neemt de opbrengst namelijk merkbaar af.
Rode en zwarte bessenstruiken worden op een andere manier gesnoeid :
1. Rode bes (Ribes rubrum)
Bij alle rode aalbessenstruiken draagt het twee- tot driejarige hout het meeste fruit. Idealiter snoei je de drie- tot vierjarige scheuten dicht bij de grond af na de oogst - deze hebben het volgende jaar een lagere opbrengst. Om de vruchtvorming te stimuleren, kan je te lange zijtakken verwijderen en de top van de scheut met een derde inkorten. Regelmatig uitdunnen geeft de jonge scheuten genoeg lucht en zonlicht. Hierdoor zullen ze krachtiger groeien.
2. Zwarte bessen (Ribes nigrum)
Bij zwarte bessen zitten de bessen vooral op het eenjarige hout. De uitgebloeide zijtakken kan je meestal direct na de oogst verwijderen. De belangrijkste snoeibeurt gebeurt echter in de lente. De oudste scheuten, waarop geen jong, lichtbruin hout zichtbaar is, moeten volledig worden verwijderd. Jonge scheuten laat je staan, want die zorgen voor het heerlijke fruit in het volgende oogstseizoen.
Als je je aalbes als een hoogstam hebt gekweekt, zijn er een enkele bijzonderheden waarmee je rekening moet houden bij het snoeien.
1. Om ervoor te zorgen dat de stengel zijn vorm behoudt, moet de kroon na de oogst gelijkmatig worden gesnoeid. Laat naast de centrale scheut maximaal vier hoofdtakken staan. Deze worden teruggesnoeid tot een maximale lengte van 30 centimeter.
2. Bij zwarte bessen kun je maximaal zes hoofdtakken laten staan - vertakkende of zwak groeiende scheuten kun je het beste direct verwijderen. Snoei ook hier alle tweejarige zijscheuten op de overblijvende hoofdtakken terug tot korte stompen.
In principe zijn bessenstruiken die in de tuin worden aangeplant heel vorstbestendig en hebben ze weinig aandacht nodig om de winter goed door te komen. In koudere winters kun je de grond rond de wortels, die ondiep onder het oppervlak liggen, bedekken met bladeren of sparrentakken. Belangrijk : geef je aalbes voldoende water op vorstvrije dagen om uitdroging te voorkomen.
Als je aalbessen in bakken heb aangeplant, hebben ze extra winterbescherming nodig om de vorst te overleven. We raden aan om de bessenplant niet binnen te plaatsen, maar ze goed ingepakt op het terras of balkon te laten staan. Verplaats de bak naar een beschutte plek bij de huismuur en omwikkel de bak en de kruin van de struik met wintervliesdoek of een laken. Om koude voeten te voorkomen, zet je de bak op een houten plank. Ook hier moet je de plant regelmatig water geven op vorstvrije, zachte dagen zodat de wortels niet uitdrogen.
De eenvoudigste manier om je aalbessenstruik te vermeerderen is via stekken. Knip hiervoor aan het begin van de winter een paar sterke takken van de struik af en kort ze in tot stukken van 15 tot 20 centimeter lengte. Zorg ervoor dat de scheuten aan beide kanten een knop dragen. Zet de stekken nu in een pot met aarde zodat ze maar één tot twee centimeter uitsteken en geef ze goed water.
Je kunt de pot gemakkelijk laten overwinteren op een beschutte plek, bijvoorbeeld op het balkon. Zorg ervoor dat de grond gelijkmatig vochtig blijft. In het voorjaar zullen de stekken weer uitlopen. De daaropvolgende herfst kunnen ze worden uitgeplant.
Zowel de rode als de zwarte bes worden in het voorjaar bezocht door talrijke wilde bijen die het stuifmeel van de bessenstruik verzamelen. Dat is niet alleen een voordeel voor de nuttige insecten, maar ook voor de opbrengst. Ook al zijn de meeste aalbessensoorten zelfbestuivend : bestuiving door bijen, hommels en dergelijke zorgt ervoor dat jouw struiken aanzienlijk meer fruit zullen produceren.
Wil je naast de heerlijke bessenstruiken ook een bloeiende wilg in je tuin? Dan raden wij je de rode bes (Ribes sanguineum) aan. Deze sierboom wordt in de tuin niet zozeer voor het fruit, maar eerder voor de mooie roze tot donkerrode bloemen aangeplant. Bovendien is de rode bes vooral voor hommels een culinair stuifmeelparadijs.
Helaas blijft de aalbes, zoals de meeste bessenstruiken, niet gespaard van vervelende plagen en schimmelziekten. Aalbessen worden door de volgende vier plagen vaak geteisterd :
1. Gewoon meniezwammetje : deze ziekte wordt veroorzaakt door het schimmelpathogeen Nectria cinnabarina en heeft de neiging verzwakte struiken aan te tasten, vooral als het hout snoeiwonden of andere schade vertoont (vb. vorst). De ziekte kan je herkennen aan de rode stippen op de scheuten en aan de verdorde bladeren aan de struik. Verwijder de aangetaste scheuten en snoei de struik terug tot op het gezonde hout. Voorkom verdere besmetting door je bessenstruiken voldoende water te geven en de snoeiwonden te behandelen met een wondafdekmiddel.
2. Echte meeldauw : als je een wit, poederig laagje op de bladeren van je aalbessenstruik opmerkt, dan is de struik mogelijks aangetast met echte meeldauw. Om deze vochtminnende schimmelziekte te voorkomen, moet je ervoor zorgen dat de struiken niet te dicht bij elkaar worden aangeplant, zodat er voldoende lucht tussen de planten kan circuleren. Verwijder alle aangetaste scheuten en gooi ze in de prullenbak om te voorkomen dat de ziekte zich verder in de compost verspreidt.
3. Bloedbladluis en moerbeischildluis : deze insecten kunnen eveneens terug te vinden zijn op je aalbessenstruik. Ze zijn te herkennen aan de roodachtige uitstulpingen op de aalbessenbladeren die op blaasjes lijken. Bij een lichte aantasting kan je de aangetaste scheuten verwijderen en de struik met een waterstraal afspoelen. Als het ongedierte zich echter blijft verspreiden, kan de groei van de plant worden beïnvloed. In dit geval kan je een speciaal gewasbeschermingsmiddel toepassen.
4. Aalbesgalmijt : deze nestelt zich vooral graag op zwarte bessen en beschadigt de toppen. Hierdoor zal de plant minder uitlopen en zullen er minder vruchten worden gevormd. Bij een kleine aantasting kan je de scheuten terugsnoeien. Bij een sterke aantasting daarentegen moet je de struik aan het einde van de winter radicaal terugsnoeien. De galmijt overwintert namelijk in de knoppen en kan zich in het voorjaar anders opnieuw verspreiden en vermenigvuldigen.
Tip : bij de aanplanting van aalbessenstruiken kies je best voor robuuste rassen. Minder robuuste exemplaren kan je extra ondersteunen door regelmatig te snoeien en voldoende voedingsstoffen te geven!
Dit kan je ook interesseren
De juiste verzorgingsproducten voor jouw aalbes