Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Akelei planten
Het geslacht akelei (Aquilegia) behoort tot de boterbloemfamilie (Ranunculaceae). De bloemen van de akelei hebben meestal een lange uitloper aan de achterkant, die misschien een beetje doet denken aan de klauwen van een arend. De veel verschillende soorten akelei, die de aandacht opeisen met hun verschillende kleuren, kunnen in drie groepen worden ingedeeld : enerzijds zijn er soorten met een lange, rechte uitloper, anderzijds heb je soorten met een gebogen uitloper en tot slot soorten zonder uitloper. De kleuren lopen heel uiteen : van wit over blauw en paars tot rood en oranje. Op basis van de vorm van de bloemen worden akeleien ook wel narrenmutsen genoemd.
In onze contreien komen vooral de wilde akelei (Aquilegia vulgaris) en de gewone akelei (Aquilegia caerulea) voor. De wilde akelei is oorspronkelijk een wilde vaste plant. De plant heeft korte sporen en wordt ongeveer 40 tot 70 centimeter hoog. Ze is al sinds de middeleeuwen terug te vinden in Europese tuinen. Gewone akelei heeft lange, rechte sporen, vandaar ook de naam 'langgespoorde akelei'. De plant wordt normaal gezien 30 tot 60 centimeter hoog. Door kruisingen zijn er inmiddels veel hybriden ontstaan die in onze tuinen schitteren met een grote variatie aan bloemkleuren.
Voordat je akelei in de tuin gaat aanplanten, moet je je ervan bewust zijn dat alle plantendelen, en dan vooral de zaden, giftig zijn. Laat je niet misleiden door het feit dat in het verleden zelfs werd gezegd dat akelei helende eigenschappen heeft. Normaal gezien hoef je je echter geen zorgen te maken omdat akelei slechts licht giftig is in vergelijking met andere giftige planten. Honden en katten houd je beter uit de buurt van de plant omwille van de bittere smaak. Toch moet je voorzichtig zijn - vooral met kleinere dieren zoals konijnen of cavia's. Hoe kleiner het dier, hoe ernstiger de reactie, zelfs bij kleine hoeveelheden gif. We raden je ook aan om handschoenen te dragen bij de aanplanting en bij het snoeien van akelei. Als je kinderen in de tuin spelen, is het ook raadzaam om hen goed in de gaten te houden.
Akeleien kunnen zich zowel op zonnige als half-schaduwrijke plekjes ontwikkelen. De meeste akeleisoorten geven echter de voorkeur aan een half-schaduwrijke standplaats omdat de grond daar iets vochtiger is en niet zo snel uitdroogt. Ze groeien bijvoorbeeld goed onder bomen of voor een muur. Ook een zonnig plekje in de tuin is geschikt op voorwaarde dat je akeleien regelmatig water krijgen. Als het in de zomer nog te droog en te warm is, bestaat het risico dat de bladeren van de plant worden aangetast door echte meeldauw.
Wilde akelei stelt geen hoge eisen aan de bodem. Daarom kan je ze in allerlei hoeken en gaten ontdekken als je de plant gewoon wild laat groeien. De gewone akelei daarentegen geeft de voorkeur aan een voedingsrijke bodem. Daarom raden we jou aan om bij de aanplanting in de tuin een portie meststof met langdurige werking in de bodem in te werken of een bodemverbeteraar verrijkt met meststof te gebruiken.
Vraag je je af welke planten samen met akeleien in de tuin kunnen worden aangeplant? Phlox, boshyacinten, lupines, gebroken hartjes, bosanemonen en varens zijn hiervoor zeer geschikt.
Tip : als je geen tuin hebt en toch betoverd bent door deze prachtige bloemen, dan kan je een dwergakelei (Aquilegia flabellata) in een pot op je balkon aanplanten. Denk eraan dat je een pot uitkiest die voorzien is van drainagegaten zodat waterophopingen worden vermeden en de wortels van de plant niet gaan rotten.
De ideale periode om akelei te planten, is het voorjaar. Je kan zaadjes of jonge plantjes aankopen in je tuincentrum. Akelei delen raden we niet aan omdat dit heel moeilijk is door de vlakke wortels.
1. Akelei zaaien
Bij het zaaien moet je erop letten dat er enkele soorten zijn - zoals de wilde akelei - die een koude periode van minimaal vier weken nodig hebben om te ontkiemen. In tegenstelling tot de algemene veronderstelling dat akeleien vorstkiemers zijn, zijn temperaturen van ongeveer 5°C voldoende om te ontkiemen. Deze koudkiemers moeten in het vroege voorjaar of in de herfst worden gezaaid. Andere akeleisoorten (vb. verwanten van de gewone akelei) hebben daarentegen geen koude periode nodig om te ontkiemen. Deze kan je zonder probleem tussen half april en half mei zaaien in een losse, humusrijke bodem. Zaai niet te laat, anders loop je het risico dat de zaden gaan uitdrogen eens de temperatuur gaat stijgen en de kiemperiode kan tot zes weken duren. Als alternatief kan je van februari tot maart al op de vensterbank voorzaaien om de plantjes later in de tuin uit te planten.
Tip voor het zaaien in de tuin : meng de zaden met wat droog zand. De zaadjes zijn namelijk heel licht en kunnen anders snel wegwaaien. Bedek de zaadjes vervolgens met een dun laagje potgrond en geef grondig water zodat de bodem goed bevochtigd is. Als de bodem vrij droog is, raden we je aan om die eerst te bevochtigen alvorens je gaat zaaien. De zaadjes hebben namelijk veel water nodig om te ontkiemen en mogen niet uitdrogen. Net daarom moet de grond tot aan het ontkiemen continu vochtig gehouden worden.
2. Akelei aanplanten
Als je jonge plantjes hebt aangekocht, kan je deze in het voorjaar of in de late zomer aanplanten. Houd rekening met een afstand van ongeveer 30 centimeter tussen de planten. Ook hier is het belangrijk dat je de bodem goed aandrukt en grondig water geeft zodat je plant zich goed voelt op haar nieuwe plekje en goed kan verdergroeien.
Eenmaal de akelei zich thuisvoelt in je tuin, zal de plant zich zelf vermenigvuldigen. De plant is daarnaast winterhard en meerjarig, dus je zal er jaren van kunnen genieten!
Correct verzorgen
Akelei verzorgen
De bodem moet constant gelijkmatig vochtig gehouden worden. Dit geldt vooral voor zonnige locaties. Maar ook op schaduwrijke plekjes kan extra water nodig zijn, bijvoorbeeld tijdens langere periodes van droogte. Net daarom is het handig als je akeleien zijn aangeplant onder bomen die ook regenwater en irrigatiewater opnemen. Zoals altijd moet wateroverlast worden vermeden. Giet steeds water aan de voet van de plant en niet over de bladeren.
Om de ontwikkeling van mooie bloemen te stimuleren, kan je je akeleien het beste aan het begin van het seizoen voeden met een langdurig werkende meststof. Dit doe je bij voorkeur in het voorjaar, nadat je de plant hebt gesnoeid. Je kan de bloeiperiode (mei-juli) ook verlengen door de uitgebloeide bloemen te verwijderen. In dit geval raden we je aan om een tweede maal te bemesten om ook de nieuwe bloei te ondersteunen.
Het snoeien van je akeleiplanten heeft meerdere voordelen :
Snoei van verwelkte bloemen in de zomer
Radikale snoeibeurt in de herfst na de bloei of in het volgende voorjaar
Als de plant wordt gesnoeid net voor de winter of wanneer ze is aangetast door een ziekte, moeten de stengels van de vaste plant met een zuivere, scherpe snoeischaar tot dicht boven de grond worden gesnoeid. Denk eraan om handschoenen te dragen - akelei is namelijk giftig en kan bijvoorbeeld huidirritatie veroorzaken. Als alternatief kan je je akeleien tijdens de winter gewoon laten staan en pas in het voorjaar snoeien, net voor de stengels terug uitlopen.
Ja, zowel de wilde als de gewone akelei zijn winterhard in onze contreien. Een extra winterbescherming is meestal niet nodig. Als je akelei tijdens de herfst werd aangeplant, kan een laagje bladeren of compost de plant extra beschermen tegen de kou en tegen vorst. Een dwergakelei in een pot kan je gemakkelijk inwikkelen in fleece om te vermijden dat de wortels bevriezen.
Kleine tip : plaats de pot op een plantenkarretje. Zo kan de plant gemakkelijk onder het afdak worden gerold.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor prachtige akeleien