Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Pompoenen planten
Pompoenen - zowel sierpompoenen als eetbare pompoenen - zijn in de herfst niet meer weg te denken uit onze tuinen. Vanwege hun subtropische oorsprong geven tuinpompoenen de voorkeur aan zonnige, warme en vochtige standplaatsen. Omdat pompoenen met hun grote bladeren en vruchten sterk opnemende planten zijn, hebben ze een bodem nodig die rijk is aan voedingsstoffen en humus.
Compostbedden of verhoogde bedden zijn bijzonder geschikt. Ideaal is de voet van een composthoop, waar de bodem zeer vochtig is door het omlaag sijpelende water. Daarnaast moet je er rekening mee houden dat de vele pompoenen, die één plant kan hebben, hun ranken graag ver uitspreiden. Als je niet zoveel ruimte hebt, kan je de plant ook tegen een hek aan omhoog laten klimmen.
De koudegevoelige pompoenplant kan je het beste na de IJsheiligen (half mei) buiten zaaien. Het is echter aan te bevelen in een warme kas of in huis op de vensterbank voor te kweken, waarmee je al in april kan beginnen. De zaden zet je rechtop, ca. 2 cm diep, in kleine bloempotten met teelaarde en kruidenpotgrond.
Maak de kweekfase niet langer dan 3 tot 4 weken. Wanneer de pompoenplantjes drie 'echte' bladeren hebben, kan je ze half mei met een plantafstand van 100 cm in de tuin planten. Vanaf nu is het belangrijk op te passen voor slakken.
De pompoenplant is een eenjarige plant. Bij zaadvaste soorten kan je de pitten uit de vruchten halen, die je dan het daaropvolgende jaar gebruikt om te zaaien. Maak de zaden los van het vruchtvlees en laat ze drogen.
Correct verzorgen
Pompoenen verzorgen
Pompoenplanten moet je ruim water geven, vooral net na het planten. Omdat de grote bladeren en vruchten veel vocht nodig hebben, is het raadzaam om ze bij droog weer om de 2 of 3 dagen water te geven en op warme zomerdagen zelfs iedere dag. Het bodemvochtgehalte moet je in ieder geval op peil houden, waarbij je wel waterverzadiging moet vermijden.
Voor een hoge opbrengst is het belangrijk dat de bodem rijk is aan voedingsstoffen. De keuze van de juiste meststof is daarom van groot belang. Een biologische meststof is ideaal voor pompoenplanten, omdat deze de humusvorming verbetert en de bodem vruchtbaarder maakt. Een minerale meststof zorgt er vooral bij jonge plantjes voor dat ze snel kunnen groeien. Je krijgt dan later sneller groeiende planten met grotere pompoenen. Daarnaast heeft het mengen van compost door de bodem zijn waarde bewezen.
Zodra de eerste grote pompoenen zijn gevormd, kan je houten planken of stro onder de vruchten leggen, zodat ze niet zo snel gaan rotten en schoner blijven.
Vanaf het einde van de zomer worden de stengels van de pompoenen bruin en houtachtig. Als de pompoenen hol klinken als je er op klopt, kan je ze afsnijden en gebruiken voor decoratie of - in het geval van eetbare pompoenen - voor verwerking in de keuken. Omdat pompoenen heel koudegevoelig zijn, moet de oogst vóór de eerste vorst klaar zijn.
Bij de opslag van pompoenen is het belangrijk dat de schil niet beschadigd is en dat er geen aarderesten meer op zitten. Daarnaast mag je pompoenen niet stapelen. Afhankelijk van de soort zijn de pompoenen 2 tot 7 maanden houdbaar. Bij het bewaren van pompoenen moet je erop letten dat de ruimte koel, droog en tamelijk donker is en dat er geen muizen kunnen binnenkomen.
Groenten en fruit telen in eigen tuin
Producten voor de verzorging van je pompoenplant