Tijd om je groenten te oogsten!

Bij tomaten kan je de rijpheid eenvoudigweg aan de kleur herkennen. Als een tomaat dieprood is, is het moment om te plukken aangebroken. Bij gele or oranje tomatensoorten kan je de mate van rijpheid als volgt testen: het vruchtvlees geeft iets mee als je erop drukt en de tomaat laat gemakkelijk los van de steel. Pas op: onrijpe, groene tomaten zijn giftig!

Komkommers en courgettes moet je zo snel mogelijk oogsten. Ze smaken beter als ze jong zijn en bovendien kunnen er dan in oktober nog weer nieuwe vruchten groeien. Gebruik een scherp mes en snijd de komkommer of courgette vlak bij het begin van de steel af. Op die manier beschadig je de plant niet en kunnen er sneller nieuwe vruchten bij groeien.

Groene paprika's kan je weliswaar oogsten, maar ze zijn in principe onrijp en bevatten daarom minder vitaminen. Bovendien is de smaak van groene paprika's iets bitterder. Wanneer paprika's geel, oranje of rood zijn - afhankelijk van de soort - zijn ze rijp om te plukken. Breek de paprika voorzichtig van de plant af.

Pompoenen oogst je in september of oktober, maar in ieder geval voordat het begint te vriezen. De rijpheid van een pompoen kan je herkennen aan het feit dat de steel houtachtig is geworden en de pompoen enigszins hol klinkt als je erop klopt. Hoe dieper gekleurd een pompoen is, hoe meer vitaminen erin zitten en hoe meer smaak hij heeft. Pompoenen met steel zijn langer houdbaar. Snijd daarom de aanzet van de steel niet af.

Wortels ontwikkelen hun meeste smaak en maximale grootte aan het einde van hun rijping. Een rijpe wortel kan je herkennen aan het feit dat het uiteinde rond wordt. Een rijpe peenwortel heeft, afhankelijk van de variëteit, een diameter van ca. 12 mm. Verder komt de wortel een stuk uit de grond omhoog en beginnen de toppen van het loof te verkleuren. Je kan ook wat aarde weghalen en kijken hoe groot de wortel is. Het rooien van wortels doe je door de wortels aan het loof uit de grond te trekken.

Aardappelen rooi je ongeveer 3 maanden na het poten. Zodra het loof begint te verwelken, is het ideale moment om te rooien aangebroken. Hiervoor is een spitvork het meest geschikt. Plaats deze naast de plant in de grond en maak een spitbeweging. Haal nu voorzichtig de aardappelen uit de aarde. Je kan ook individuele wortels blootleggen en de aardappelen daarvan rooien. Op die manier kunnen de aardappelen die je laat zitten, verder groeien.

De eerste rode bieten kan je ongeveer 3 tot 4 maanden na de inzaai rooien. Jonge rode bieten zijn aromatischer en smaken het lekkerst. Hoe meer tijd voorbij gaat, hoe hoger het watergehalte wordt. Wacht niet tot er witte ringen in het vruchtvlees ontstaan.

Radijsjes groeien zeer snel en mogen in geen geval langer dan 6 weken onder de grond blijven. Ze verliezen anders hun typische scherpe smaak, worden sponzig en dreigen open te barsten. Zodra de radijsjes 2 tot 3 cm groot zijn, kan je ze oogsten. Trek het plantje voorzichtig in z'n geheel uit de grond.

Uien en prei kan je 3 tot 4 maanden na het planten oogsten. Met name uien zijn heel geschikt om te bewaren. Het loof van uien knikt uit zichzelf om. Ze worden daardoor stabieler en houdbaarder. Laat de uien na het rooien nog enkele dagen op de aarde liggen. De buitenste schillen van de uien drogen zo goed op, waardoor je ze langer kunt bewaren.

Koolrapen zijn zo'n 6 tot 8 weken na het zaaien rijp om te worden gerooid. Ze moeten ongeveer de grootte van een tennisbal hebben. Enkele soorten worden echter veel groter. De wortels zijn kort en je kan de hele plant voorzichtig uit de grond loswrikken en omhoog trekken. Snijd vervolgens de grootste bladeren eraf.

Sperziebonen zijn al enkele weken na het zaaien rijp. Om de rijpheid te testen, breek je één sperzieboontje doormidden. Als het boontje op het breukvlak groen en sappig is, is het tijd om de sperziebonen te oogsten. Pluk de sperziebonen met de hand door ze met de vingers los te trekken. Door regelmatig wat sperziebonen te oogsten, wordt de plant aangespoord nieuwe bloeiwijzen te vormen en nieuwe boontjes te produceren.

Suikermais kan je oogsten zodra de draden van de kolven bruin of zwart worden. Maak met de punt van een mes een lichte snede in de maiskorrels om te testen op rijpheid. Wanneer er een melkachtig sap uit loopt, kan je de maiskolven oogsten. Als het sap doorzichtig is, moet je nog een tijdje wachten met de oogst. Net als sperziebonen zet mais na de oogst suikers om in zetmeel. Wacht daarom na de oogst niet te lang met opeten of verwerken.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen kropsla en pluksla. Bij kropsla (botersla en ijsbergsla) wordt de krop in z'n geheel geoogst door deze met een scherp mes ongeveer 2,5 cm boven de grond af te snijden. Pluksla vormt geen krop, maar groeit uit tot losse bladeren die doorlopend worden geoogst.

Erwten kan je ongeveer 3 maanden na het zaaien oogsten. Hoe jonger erwten zijn geoogst, hoe beter ze smaken. Na de oogst verandert de smaak van erwten, omdat de suikers in zetmeel worden omgezet. Het bewaren van zelfgeteelde erwten wordt daarom niet aanbevolen. Het beste is om je erwten meteen na het oogsten op te eten of te verwerken.