Vakantiegevoel op het balkon of het terras
Spanje, Italië of misschien wel Kroatië - aan welke vakantiebestemming doen Oleanders of Bougainvillea’s je denken? Naast een mooie vakantieherinnering zorgen mediterrane planten voor een kleine uitdaging thuis. Maar dat is nog geen reden om schrik te hebben : wanneer de exoten niet houden van het Midden-Europese weer, kan je dat met de juiste zorg compenseren. Dit is precies waarop we je voorbereiden in dit artikel. Lees hier alles over de verzorging en overwintering van enkele mediterrane klassiekers.
Op de verzorging komt het aan
Langdurig kleurrijk en wonderbaarlijk weelderig : in de warme Zuid-Europese regio’s gaan mediterrane bloeiende planten er helemaal voor. Bij ons in de tuin of op het balkon ziet het geheel er net iets minder spectaculair uit. Uiterlijk na de eerste winter in de kelder of de garage hebben de warmteminnende planten het moeilijk om opnieuw op te leven. We selecteerden voor jou 10 populaire exotische planten en tonen je, hoe je het hen zo comfortabel mogelijk kan maken in ons klimaat.
Onze top 10
Lavandula stoechas
Lavendel brengt heel wat kleur op een mediterraan balkon of terras en is voor pollenverzamelaars een heel rijke voedingsbron. Vooral de Franse lavendel biedt een bijzonder kleurenspektakel. Niet alleen de ovalen bloemvoeten zorgen voor een leuk effect, maar ook de kleur van de bloemen nl. fel roze, paars of donkerrood.
Standplaats : de Franse lavendel is zonder twijfel een echte schoonheid. In onze contreien is de plant echter enkel geschikt voor aanplanting in potten of in bakken aangezien ze niet winterhard is. Wat de standplaats betreft lijkt de Franse lavendel heel hard op de echte lavendel : de plant houdt van een zonnige en warme locatie. Indien ze wordt aangeplant op een plekje met minder dan 4 uur zonneschijn per dag, zal de plant niet veel bloemen vormen.
Verzorging van lavendel in potten / bakken : lavendel in potten of bakken heeft meer water nodig dan zijn soortgenoten die in de volle grond zijn aangeplant. Belangrijk is dat de potgrond niet uitdroogt. Een potgrond met hoge wateropslagcapaciteit is echter niet geschikt omdat de plant te snel natte voeten zou krijgen. Lavendel geeft eerder de voorkeur aan een doorlatende, niet te voedselrijke bodem. Een klassieke universele potgrond vermeng je bij voorkeur met een portie zand. Een andere optie is een potgrond voor mediterrane planten. Wist je trouwens dat lavendel helemaal geen kalk verdraagt? Als je in een regio woont met kalkrijk leidingwater, dan raden we je aan om dit water zeker te filteren voordat je je lavendel water geeft. Regenwater is logischerwijze ideaal.
Bemesten : als je regelmatig de verwelkte bloemen verwijdert, zal je Franse lavendel tijdens het seizoen meestal een tweede keer bloeien. Om dit te bereiken en om zeker te zijn van een goede start in het voorjaar, raden we je aan om je lavendel in potten een portie meststof voor bloeiende planten toe te dienen. Voor de rest is lavendel heel erg zuinig en heeft de plant niet vaak voedingsstoffen nodig.
Snoeien : naast het regelmatig verwijderen van uitgebloeide bloemen is het belangrijk om de plant in het voorjaar te snoeien net voordat ze terug begint te ontkiemen. Voor alle lavendelsoorten geldt : snijd ongeveer 2/3 van de taklengtes af maar overdrijf zeker niet. Anders kunnen ze niet meer ontkiemen. Scheuten die volledig afgestorven of verwelkt zijn, kunnen natuurlijk tot aan de bodem worden afgesneden.
Overwinteren : Franse lavendel is niet winterhard en kan je dus niet buiten laten overwinteren. Tijdens de wintermaanden heeft de plant een rustfase nodig. Daarom mogen de winterverblijven niet te warm zijn. Een lichtrijke plaats met temperaturen tussen 5 en 10°C is ideaal ; denk maar aan onverwarmde ruimtes zoals koude serres, trappenhallen of garages met ramen. Na de winter moet Franse lavendel om de twee tot drie jaar in het voorjaar in een verse grond worden aangeplant. Dit is eveneens de ideale gelegenheid om te kijken of een grotere pot nodig is of om te controleren of de wortels verrot zijn door te veel water.
Snelgroeier
Er is geen enkele bloeiende plant die sneller groeit dan de Bougainvillea. In Zuid-Europa kan ze in slechts enkele jaren volledige muren begroeien. Je kan de plant dat beter niet toelaten in je tuin aangezien ze uiterlijk in oktober naar haar winterkwartier moet verhuizen. Je kan echter profiteren van de snelle groei van je Bougainvillea door ze in je favoriete vorm te brengen - alles is mogelijk : van kleine struik tot hoogstam met bolvormige kroon.
Om ervoor te zorgen dat je Bougainvillea haar typische bloesems ontwikkelt, is één zaak bijzonder belangrijk : een standplaats die zo zonnig en zo heet mogelijk is en waar de plant kan genieten van elke zonnestraal tijdens de Midden-Europese zomer. Is er zo geen plekje in je tuin of op je balkon terug te vinden? Dan zal de bloei zeer schaars of praktisch nihil zijn. In dat geval is de aankoop van een minder veeleisende plant meer de moeite waard.
Zodra je het ideale plekje hebt gevonden, zijn er nog een paar zaken die je kan doen voor een uitbundige bloei :
Een voldoende grote pot : aangezien de wortels net zo snel groeien als de plant, plaats je je Bougainvillea best van bij de start in een voldoende grote pot. Ook een geschikte potgrond is cruciaal. De potgrond moet enigszins een stabiele structuur hebben, maar ook doorlatend zijn en vooral veel voedingsstoffen bevatten. Wanneer je een kwaliteitspotgrond voor mediterrane planten vermengt met een beetje klei, dan kom je al heel dicht bij de eisen van de Bougainvillea. Zorg er in ieder geval voor dat overtollig gietwater kan weglopen. De Bougainvillea wil na de overwintering ongeveer om de drie jaar worden verpot.
Steeds voldoende water : om bij grote hitte een prachtige bloemenzee te kunnen creëren, moet je je Bougainvillea regelmatig water geven. Bij een tekort aan water laat ze haar bloemen en bladeren na enkele dagen vallen. Vermijd echter dat er water in de pot blijft staan.
De juiste voeding : voor een weelderige groei ondanks de slechte weersomstandigheden in onze contreien heeft de Bougainvillea aangepaste voedingsstoffen nodig. Vanaf de lente tot in de late zomer zal de plant zich verheugen op een tweewekelijkse bemestingsbeurt met een meststof voor mediterrane planten.
Regelmatig snoeien : als je je Bougainvillea niet snoeit, zal ze meterslange stengels vormen met zwakke vertakkingen die alleen aan de uiteinden bloeien. Haal daarom in de herfst - vóór de verhuis naar het winterkwartier - de snoeischaar boven. Dat is de ideale gelegenheid om de houtige planten in de gewenste vorm te brengen. Ook in het seizoen kan je lichtjes snoeien wanneer individuele scheuten zijn uitgebloeid.
Overwintering van je Bougainvillea :
In hun thuisland Brazilië zakken de temperaturen zelden onder 20°C, dus je Bougainvillea kan echt geen vorst verdragen. Daarom moet je voorzichtig zijn bij de overwintering. Als je in een regio met mild klimaat woont, moet je de kuipplant ongeveer vanaf de 2e helft van oktober in veiligheid brengen om ze te beschermen tegen de eerste nachtvorst - ook wanneer ze op dat ogenblik nog bloeit. Ook bij het opruimen van de tuin in het voorjaar raden we je aan om beter nog een weekje langer te wachten en geen risico’s te nemen. In sommige regio’s kan dit betekenen dat je tot na de IJsheiligen (midden mei) moet wachten. Normaal gezien kan je je Bougainvillea vanaf midden april overdag reeds enkele uurtjes zon gunnen.
Dus naar de kelder? Helaas niet, want ook voor haar winterkwartier stelt de exotische plant enkele eisen. Er moet veel lichtinval zijn en de temperaturen mogen niet onder de 10°C zakken. Optimaal is een wintertuin of een onverwarmde serre. Ook in een onverwarmde hal kan de Bougainvillea de winter overleven als je haar voorziet van een daglichtlamp. In de serre mag de pot niet direct op de koude vloer staan. Plaats de pot liever op een houten plank of een plaat uit piepschuim. Wat water geven betreft, moet je ervoor zorgen dat de potgrond niet volledig uitdroogt.
Nerium oleander
De Oleander behoort ongetwijfeld tot een van de populairste mediterrane kuipplanten. In vergelijking met haar exotische collega’s is de plant heel gemakkelijk in onderhoud en overwintering. De struik komt oorspronkelijk uit Marokko en Zuid-Spanje. Het is dan ook logisch dat je Oleander heel veel zon nodig heeft om prachtig te kunnen bloeien. De plant is niet vertrouwd met wind en sterke regen - kies dus voor een beschermd plekje tegen een warme huismuur.
Pot en substraat : aangezien de Oleander een vlak wortelende plant is, kan ze haar wortels in een ronde pot optimaal ontwikkelen. Wat de grond betreft, geeft ze de voorkeur aan een substraat dat rijk is aan klei en kalk. Potgronden voor mediterrane planten bevatten normaal gezien reeds klei en bijhorende voedingsstoffen ; voor je Oleander mag je echter nog wat extra klei en kalk vermengen onder de potgrond.
Waterbehoefte : deze sterk bloeiende plant heeft extreem veel water nodig. Dit kan snel een uitdaging worden in een pot van klei die in de brandende zon is geplaatst. Gelukkig zijn Oleanders tevreden met een waterreserve. Omdat de plant van nature in riviervlaktes groeit, zijn de wortels langdurig vocht gewoon. Je kan de struik dus gerust grondig water geven en ook in de onderzetter wat water laten staan. Toch heeft de Oleander een speciale wens wat het gietwater betreft : de behoefte aan kalk is zo hoog, dat gewoon regenwater niet volstaat. Ze heeft op lange termijn liever kraantjeswater.
Bemesten : voor een prachtige bloei heeft je Oleander voedingsstoffen nodig. Van in de lente tot in de herfst kan je wekelijks een portie vloeibare meststof voor mediterrane planten aan het gietwater toevoegen.
Snoeien : Oleanders groeien snel en uitbundig. De plant zal niet beledigd zijn als je haar regelmatig snoeit. Neem zeker 1 maal per jaar de snoeischaar in de hand om te vermijden dat de plant na verloop van tijd minder overvloedig bloeit en onderaan kaal wordt. Toch raden we je af om de plant radikaal te snoeien voor je haar naar het winterkwartier verhuist. Anders zal ze reeds in het voorjaar te vroeg uitlopen.
Overwinteren : oleanders zijn vorstbestendig tot temperaturen van -5°C. Net daarom hoef je niet meteen te panikeren bij de eerste nachtvorst. In tegendeel : laat je plant gerust nog een paar weken buiten staan bij onaangename herfsttemperaturen (zolang het niet begint te vriezen). Door deze kuur krijgt de plant meer weerstand tegen ziekten. Op lange termijn is de Midden-Europese winter echter niks voor haar. Ten laatste eind oktober moet je je Oleander naar haar winterkwartier verhuizen. Dit kan een koude wintertuin of een onverwarmde serre zijn. Idealer is een plaatsje in een donkere kelder bij een temperatuur van 2 tot 10°C. Hou er rekening mee dat de bladeren hoogstwaarschijnlijk zullen afvallen - toch is de kans op een aantasting door schildluizen aanzienlijk kleiner.
De temperatuur in het winterkwartier bepaalt ook wanneer je je Oleander in het voorjaar terug in de buitenlucht kan plaatsen. Heeft de plant in een eerder koele omgeving overwinterd, dan kan je haar in principe reeds in april naar buiten verhuizen. Heb je je Oleander echter in een warme, lichtrijke omgeving geplaatst en heeft ze misschien zelfs al haar eerste takken en bladeren gevormd, dan raden we je aan om de pot pas na de IJsheiligen in de open lucht te plaatsen. De delicate scheuten zijn namelijk heel gevoelig voor vorst en zon.
Dipladenia
De Mandevilla is absoluut een van de gemakkelijkst te verzorgen mediterrane kuipplanten. In mei kan je reeds genieten van prachtige bloemen die pas in de herfst zullen uitbloeien. Je kan kiezen tussen witte, gele, roze of rode bloemen waarbij de witte bloemen van de Mandevilla Laxa je zelfs met een aangename geur verrassen. In elk geval moet je de klimplant de mogelijkheid bieden om ergens tegenaan te groeien, zoals in haar regio van oorsprong, nl. de Zuid-Amerikaanse jungle.
Licht : om de plant te motiveren om indrukwekkende bloemen te vormen, heeft ze heel veel licht nodig. Toch moet je vermijden dat de weke bloemen van je Mandevilla meerdere uren worden blootgesteld aan direct zonlicht. Deze exotische plant groeit ook heel goed op half-schaduwrijke plekjes op voorwaarde dat het daar warm genoeg is - temperaturen rond 20°C zijn optimaal.
Aanplanten : de Mandevilla heeft ook haar voorkeur voor een hoge luchtvochtigheid en een vochtige, voedingsrijke bodem uit haar land van oorsprong behouden. Met een kwalitatieve potgrond bied je haar de perfecte groeibasis.
Bemesten : om ervoor te zorgen dat de klimplant permanent kan bloeien in de beperkte hoeveelheid potgrond, heeft je Mandevilla van maart tot september wekelijks een portie meststof nodig. Die kan toegevoegd worden aan het gietwater. Als je plant niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, dan zal ze minder water nodig hebben in vergelijking met andere mediterrane bloeiende planten. Zorg er echter steeds voor dat de potgrond voldoende vochtig is zonder waterophopingen te veroorzaken. Bij extreme hitte moet in principe twee maal per week worden begoten. Na de bloei kan je het aantal gietbeurten reduceren.
Snoeien : als de klimplant zich net iets té comfortabel voelt op haar standplaats, dan kan ze wel eens beginnen woekeren. Om dit te vermijden kan je ze de ganse zomer door lichtjes snoeien. Een forse snoeibeurt voer je best tussen februari en maart uit, wanneer de plant begint uit te lopen.
Overwinteren : net als andere exotische planten is de Mandevilla heel gevoelig voor kou. Vanaf oktober verhuis je haar best naar een lichtrijk winterkwartier bij een temperatuur van 5-12°C. In principe kan je jouw Mandevilla zelfs binnenshuis bij een temperatuur boven 20°C laten overwinteren. Dan behoudt ze haar bloemen en bladeren en kan ze worden onderhouden zoals in de zomer. Bij planten die reeds meerdere jaren oud zijn, wordt deze methode echter niet aanbevolen. Als de plant geen winterpauze kan inlassen, kost haar dat heel veel energie en dit zal op lange termijn een negatieve invloed hebben op de bloei. We raden daarom een koele overwinteringsplek aan met heel veel daglicht - een wintertuin met temperaturen tussen 10 en 15°C is ideaal. Hier hoef je de plant ook maar zelden water te geven.
Punica granatum Nana
Kan een granaatappel in onze contreien in een pot worden aangeplant? Tot nu toe wordt dit enkel onder hobbytuiniers besproken. En dat is niet nieuws : al in de 16e eeuw was de granaatappel een vaste waarde in de plantencollecties van de oranjerieën van heel wat koningen.
Aanplanting in potten : het is logisch dat tegenwoordig niet alle granaatappelsoorten terug te vinden zijn op balkons en terrassen. Vooral omdat de plant buiten niet kan overwinteren, is het belangrijk om bij de aankoop voor een zo compact mogelijke variëteit te kiezen. Die kan dan in een pot worden aangeplant en tijdens de winter gemakkelijk naar het winterkwartier verhuizen. Grote variëteiten die vooral worden gekweekt voor een rijke oogst, zijn niet geschikt voor aanplanting in potten. Bovendien duren onze zomers niet lang genoeg om de vruchten te laten rijpen. Een rijke oogst met fruit zo groot als in de supermarkt mag je dus niet verwachten als je een miniatuurgranaatappel koopt.
Soorten die heel compact groeien zijn bijvoorbeeld 'Nana racemosa' of 'Nana Gracillissima'. Zij bloeien prachtig in lichtgele, oranje of rode kleur. De boompjes produceren in elk geval kleine vruchten die niet geschikt zijn voor consumptie, maar duidelijk lijken op kleine soortgenoten van de granaatappels uit de supermarkt. De compacte soorten worden tot 2 meter hoog. De plant produceert heel wat vruchten met een omvang van ongeveer 2 centimeter die tot in de herfst aan de plant blijven hangen.
Standplaats : voor een prachtig bloemenspektakel heeft de granaatappelboom een warme, zonnige en windvrije plaats nodig. Een te winderige en daardoor koele plaats heeft een duidelijk effect op de bloem- en vruchtvorming. Enkel op zuid-georiënteerde balkons of terrassen kan een granaatappelboom in pot/kuip goed gedijen. Plaats de plant bij voorkeur zo dicht mogelijk bij een huismuur - deze reflecteert de warmte van de zon en zorgt meestal voor een extra comfortabele temperatuur die één of twee graden hoger ligt.
Overwinteren : de granaatappelboom houdt van licht. Daarom mag de potplant enkel tussen mei en oktober buiten worden geplaatst. Idealiter staat de granaatappel tijdens de winter op een lichtrijke plaats. In een wintertuin of een lichtrijke, onverwarmde ruimte (met temperaturen van 10 tot 15°C) voelt de plant zich in haar nopjes. Een lichtrijke en vrij warme overwintering heeft als voordeel dat de granaatappelboom vanaf mei relatief snel terug zal ontkiemen en bloeien.
Kan je je granaatappelboom zo geen plekje bieden om te overwinteren, dan heb je nog een andere optie : bij temperaturen van ongeveer 5°C laat de Punica granatum al zijn bladeren vallen in het winterkwartier. De plant heeft dan geen licht meer nodig en kan probleemloos in de kelder overwinteren. De temperaturen in de donkere overwinteringsruimte mogen echter niet onder de 3°C zakken. Laat je granaatappelboom daar maar zoveel tijd doorbrengen als echt noodzakelijk is. Verplaats de pot bij voorkeur zo laat mogelijk naar binnen en zet hem in het voorjaar zo vroeg mogelijk weer in de zon, al is het maar voor een paar uurtjes overdag.
Lantana camara
Bij de Wisselbloem staan de kleuren voor zonsondergang : rood, oranje, geel of roze - en dit in zulke felle kleuren dat je de kuipplant reeds van ver kan herkennen. De houtachtige plant is afkomstig van Zuid-Amerika en is daarom niet winterhard. Maar dat is geen reden om de aankoop uit de weg te gaan ; de overwintering is namelijk eenvoudig. In ruil zal de Wisselbloem van april tot oktober jaarlijks haar best doen om indruk te maken bij tuinliefhebbers met haar overvloed aan bloemen.
Standplaats : zoals bij bijna alle mediterrane kuipplanten is ook een zonnige standplaats voor de Wisselbloem een belangrijke factor voor een prachtige bloei. In het voorjaar, wanneer het nog niet zo warm is, staat de plant liever nog even op een beschut plekje zoals tegen een warme huismuur of in een hoekje, waar geen frisse wind voorbijkomt.
Begieten : na een lange winterpauze, net voordat ze terug begint uit te lopen, moet de plant haar houtachtige aderen terug met vers plantensap vullen. Dit kan ze alleen doen wanneer ze vanaf maart regelmatig water krijgt. Zodra ze begint uit te lopen bij hogere temperaturen, heeft ze meer water nodig. Vanaf dat moment tot in de late zomer moet je meerdere malen per week water geven zodat de plant zich goed kan ontwikkelen. Ook regelmatig bemesten zal je Wisselbloem helpen om prachtig te bloeien. Voeg tijdens de bloeiperiode om de 2 tot 4 weken een vloeibare meststof voor mediterrane planten toe aan het gietwater.
Snoeien : de meeste tuinliefhebbers houden er niet van wanneer de kleine bolvormige boompjes steeds meer uit vorm raken naarmate het seizoen vordert. Bij een goede verzorging groeit de Wisselbloem namelijk zo uitbundig dat ze zich met haar lange stengels vaak meer schaduw geeft dan het haar goed doet. Net daarom mag je altijd een snoeischaar boven halen tijdens de zomermaanden. De jaarlijkse grondige snoeibeurt voer je bij voorkeur in februari of maart uit. Dan kan je de kroon met 1/3 van de scheutlengte inkorten en van binnenuit goed verlichten.
Verpotten : ongeveer alle 2 tot 4 jaar zal je plant een nieuwe pot nodig hebben. Dit kan je doen op het moment van snoei in het voorjaar. Naast een grotere pot is ook een goede bodem belangrijk voor een gezonde ontwikkeling van de plant. Als de aarde het water goed kan opslaan en zijn doorlatende structuur behoudt, dan heb je in de zomer veel minder werk. Kies daarom voor een kwaliteitspotgrond met kwartszand en klei.
Overwinteren : het winterverblijf van je Wisselbloem moet zo helder mogelijk zijn en minimaal 10°C warm zijn. Zodra de temperaturen buiten onder de 10°C zakken, moet je je plant in veiligheid brengen. Geef tijdens de overwinteringsperiode enkel water wanneer de plant daar nood aan heeft en net zoveel dat de grond niet uitdroogt.
In geval van nood moet je plant overwinteren in een donkere kelder. Daarbij mag de temperatuur niet boven de 5°C gaan en moet je er rekening mee houden, dat de plant al haar bladeren zal verliezen. Omdat de plant het in dat geval in het voorjaar moeilijker zal krijgen, moet je haar na haar verblijf in de kelder in februari al voorzichtig laten wennen aan het licht en de warmte.
Olea europaea
Als je niet alleen houdt van de olijven, maar ook van de uitstraling van de plant, dan is een olijfboom ideaal om je mediterraan plekje in de tuin te verfraaien. Bij olijfbomen in potten hoef je echter niet te hopen op een rijke oogst. Het kan namelijk meerdere jaren duren voordat de potplant tijdens onze zomermaanden olijven produceert, ook al zijn het er maar enkele.
De plant maakt indruk met haar zilvergrijze bladeren. Als je enkele tips volgt, kan je boompje zelfs meerdere decennia leven. En wat goed is : olijfbomen groeien heel traag, waardoor je de plant heel lang in een pot kan laten groeien.
Standplaats : de belangrijkste basis voor een gezonde olijfboom is een zonnige, warme locatie. De belangrijkste oorzaak voor gele bladeren aan een olijfboom is namelijk een gebrek aan licht. Een windvrij plekje op een zuid-georiënteerd balkon of terras is ideaal. Huismuren schermen niet alleen de wind af, ze stralen ook nog eens warmte uit, waardoor de mediterrane plant zich in onze contreien bijzonder prettig voelt, vooral in de lente en de herfst. Om ervoor te zorgen dat de kroon zijn ronde vorm behoudt en niet aan één kant kaal wordt, is het belangrijk om de pot regelmatig te draaien zodat alle kanten van de olijfboom ongeveer evenveel zon krijgen.
Water geven : de olijfboom is door zijn mediterrane afkomst periodes van droogte gewoon. Daar is zijn wortelsteltel echter minstens zo groot als zijn boomtop en kan hij bij watertekort het water uit de diepere grondlagen halen. In het beperkte volume grond van een pot is de kluit klein en verdampt veel van het water vaak voordat de wortels het kunnen opnemen. Je kleine olijfboom is dus afhankelijk van een regelmatige gietbeurt. Daardoor is een gebrek aan water de op één na meest voorkomende reden voor gele bladeren bij olijfbomen in potten. Vooral bij temperaturen van 30°C en meer kan het nodig zijn om planten op een zuid-georiënteerd balkon of terras dagelijks water te geven.
Aanplanting in potten : het is net zo belangrijk dat overtollig gietwater gemakkelijk uit de pot kan weglopen. De wortels van een olijfboom kunnen namelijk geen wateroverlast verdragen. Rotte wortels vormen zo reden nummer 3 voor gele bladeren bij olijfbomen. Om het risico op wortelrot tot een minimum te beperken, kan je bij de aanplanting een laagje hydrokorrels of kiezels op de bodem van de pot leggen. Zo blijven de drainagegaten altijd vrij.
Bodem : ook de structuur van de bodem is belangrijk om een goede waterhuishouding op lange termijn te kunnen garanderen. Speciale potgronden voor mediterrane planten bevatten een verhoogd gehalte aan zand en kleimineralen die de natuurlijke leefomgeving van de planten zo goed mogelijk nabootsen. Dit maakt het veel gemakkelijker om een olijfboom in een pot te verzorgen, omdat de grond al een optimale combinatie van voedingsstoffen bevat om de plant te voeden.
Bemesten : dat brengt ons naadloos bij oorzaak nummer 4 van gele bladeren bij olijfbomen, nl. een tekort aan voedingsstoffen. Ook al heeft een olijfboom niet veel voedingsstoffen nodig, hij heeft er uiteindelijk nodig. Daarom is het belangrijk om de aanbevelingen op de verpakking wat betreft dosering goed op te volgen. Zo vermijd je overdosering. Speciale meststoffen voor mediterrane planten zijn afgestemd op de rustige groei van deze planten en bevatten bovendien een passende mix van voedingsstoffen die de plant versterken en het bladgroen bevorderen.
Overwinteren : voor een groenblijvende plant is het belangrijk dat ze zoveel mogelijk licht krijgt. Daarom laat je je olijfboom best zo lang mogelijk buiten staan. Daar overwinteren kan hij echter niet. Er wordt vaak gezegd dat olijfbomen in potten niet compleet winterhard zijn. Op ijzige winteravonden zou de boom op het terras of balkon schade kunnen oplopen. In dergelijke gevallen heeft de plant een koel maar lichtrijk winterverblijf nodig bij temperaturen van 0 tot maximaal 10°C. Het is belangrijk dat het winterkwartier niet te donker is om te vermijden dat de bladeren afvallen. Het is minstens zo belangrijk dat het niet te warm wordt. Zelfs in zijn thuisland is de olijfboom koude, vorstvrije winters gewoon. Tijdens die periode laadt de plant zijn batterijen terug op voor het komende seizoen. Als je je olijfboom tijdens de winter naar een verwarmde ruimte zou brengen, kan hij zijn winterslaap niet aanvatten en zal hij sterven tijdens de uitputtende permanente vegetatiefase.
Kumquat, sinaasappel, citroen
Of het nu citroen, sinaasappel, kumquat of de mini-versie met vruchten ter grootte van druiven is - citrusplanten horen thuis in een pot op een mediterraan terras of balkon! Daar stralen ze heel wat gezelligheid uit!
Standplaats : ze houden van een warme en windvrije locatie bij een temperatuur rond 25°C. Ook wat betreft de groei zijn de planten in vakantiestemming (zowel wortels, takken als bloemen) - ze nemen hun tijd en moeten daardoor niet vaak worden verpot of bemest.
Van april tot eind oktober voelen mediterrane planten zich in onze contreien goed. Zelfs als ze niet winterhard zijn en in de winter moeten worden beschermd, moet je je citrusplanten altijd zo lang mogelijk buiten laten staan. Enkel zo kunnen de bloemen, bladeren en vruchten genieten van voldoende zonlicht om verder te rijpen en krijgen ze intense kleuren - als ze op een te donkere plaats staan, krijgen de bladeren gelige vlekken en zullen de bloemen en vruchten zich niet compleet ontwikkelen of zelfs voortijdig afvallen.
Aanplanten in potten : bij de keuze van de juiste pot is het belangrijk, dat de bodem van de pot voorzien is van voldoende grote gaten. Bovendien zorgt een laagje hydrokorrels of kiezelstenen op de bodem van de pot ervoor dat de drainagegaten niet kunnen verstoppen. Plant het boompje niet dieper in de potgrond dan het in de plastic pot zat.
Ook speciale potgronden voor citrusplanten helpen je bij de verzorging van de boompjes. Ze bevatten een verhoogd gehalte aan zand en kleimineralen. Op die manier ondersteunen ze een goede watervoorziening en de speciale voedingsbehoeften van de planten - net zoals ze gewend zijn in hun nogal karige thuisland.
Bemesten : als het om voedingsstoffen gaat, hebben citrusplanten ook andere ideeën over een goede meststof dan inheemse petunia's of viooltjes. Omdat citrusbomen van nature langzaam groeien, zou je op de lange termijn schade aanrichten met een stikstofrijke meststof. Dit zou de groei van de houtachtige planten namelijk op onnatuurlijke wijze versnellen. Gevolg : lange, minder stevige plantendelen die weinig weerstand hebben tegen schimmelziekten, hitte of kou. Daarom worden voor citrusplanten enerzijds vloeibare meststoffen gebruikt (die kunnen nauwkeurig worden gedoseerd) en ligt de nadruk anderzijds op kalium en ijzer. IJzer zorgt voor gezonde, glanzende bladeren met een diepgroene kleur. Kalium bevordert de stevigheid van de celstructuur en geeft de plant meer weerstand. Stikstof en fosfor bevorderen bovendien de bloei en de vruchtvorming, maar ook de langzame rijping van het fruit. Met de geschikte meststof kan je jarenlang zoete en smakelijke vruchten kweken. De zomers in onze contreien zijn namelijk redelijk kort en zonder de geschikte voedingsstoffen zullen de potplanten er niet in slagen om lekkere vruchten te laten rijpen.
Water geven : zorg ervoor dat de pot niet te veel opwarmt en dat de plant op warme zomerdagen altijd voldoende water ter beschikking heeft. Citrusplanten zijn het namelijk niet gewoon dat hun wortels opwarmen. In vaste kleigrond is het al enkele centimeters onder het aardoppervlak beduidend koeler. Hierdoor kunnen de wortels niet te veel opwarmen. Ook op een zuid-georiënteerd balkon kan het op warme zomerdagen nodig zijn om dagelijks water te geven. Omdat de kluit van citrusplanten meestal erg stevig is, is het soms niet zo eenvoudig om te beoordelen of de planten water nodig hebben of niet. Net daarom is het des te belangrijker dat het overtollige gietwater gemakkelijk uit de pot kan weglopen. Als de wortels namelijk gedurende langere periode permanent worden blootgesteld aan overtollig water, zullen ze beginnen rotten.
Overwinteren : vóór de eerste nachtvorst kan je citrusbomen van het balkon of terras verplaatsen naar een koel winterkwartier (3 tot 13°C) waar ze tot april kunnen blijven. Hoe koeler de verblijven, hoe donkerder het mag zijn. Bij temperaturen rond 13°C hebben de planten meer licht nodig.
Ficus carica
Niet alle vijgenbomen dragen vruchten of blijven zo klein. Het is dus soms niet gemakkelijk om de pot tijdens de winter snel even binnen te plaatsen. Als je overweegt om een vijgenboom in pot te kopen voor je balkon of terras, informeer je dan goed over de verschillende soorten. Geschikt zijn bijvoorbeeld ‘Dauphine’, ‘Negronne’, ‘Dalmatie’ of ‘Longue de Aout’. Andere soorten dragen namen zoals ‘Madeleine des deux Saisons’ of 'Osborn Prolific‘. Vraag gerust advies aan het winkelpersoneel. Er bestaan namelijk vijgenbomen die er heel verleidelijk uitzien en die volgens het plantenetiket winterhard zijn en dus buiten zouden kunnen overwinteren, maar deze soorten zullen meestal weinig of zelfs geen vruchten produceren.
Standplaats : zoals alle mediterrane planten heeft ook de vijgenboom een zonnige en windvrije plaats op het balkon of terras nodig. Daarnaast bestaat nog steeds het probleem dat de zomers in onze contreien gewoon te kort zijn voor het kleine boompje om de vruchten te laten rijpen. Je kan de boom een extra portie warmte geven door hem naast een zuid-georiënteerde huismuur te plaatsen. In het voor- en najaar geeft die nog relatief veel warmte af en bij windstil weer wordt het zelfs nog enkele graden warmer.
Bemesten : als je streeft naar een rijke oogst, is het belangrijk dat je olijfboom regelmatig voedingsstoffen krijgt. De hongerige boom kan je van april tot augustus wekelijks bemesten met een vloeibare meststof voor mediterrane planten. Deze meststof hoeft enkel aan het gietwater te worden toegevoegd. Maar zelfs als je vijgenboom er niet in slaagt om in de herfst oogstrijp fruit te produceren, hoef je niet te vrezen. Laat de onrijpe vruchten gewoon aan de plant hangen. Als ze veilig kunnen overwinteren, zal de plant ze niet laten vallen, maar kunnen ze het volgende jaar gewoon verder rijpen.
Snoeien : de snoei van een vijgenboom hangt af van je doel. Als je het boompje hebt uitgekozen voor zijn mooie bladeren, dan hoef je hem maar om de paar jaar te snoeien zodat hij kracht kan verzamelen om nieuwe scheuten te vormen. Als je daarentegen hoopt op een rijke vijgenoogst, dan is het belangrijk dat er voldoende licht in de binnenkant van de kroon valt. Als de grote bladeren te veel schaduw geven, kan het fruit eronder niet voldoende rijpen. In dat geval moet je jaarlijks de snoeischaar bovenhalen, bij voorkeur in februari of maart. Dun de kroon goed uit en verwijder scheuten die te dicht bij elkaar staan.
Overwinteren : laat je vijgenboom in pot overwinteren op een koele plaats bij een temperatuur van 5 tot 10°C. Het mag er niet te donker zijn zodat de bladeren en vruchten niet afvallen. Vanaf april kan je het boompje voorzichtig opnieuw laten wennen aan de zon. Plaats de vijgenboom permanent buiten als de temperatuur 's nachts niet meer onder de 5°C zakt.
Chamaerops humilis
Genieten onder een palmboom op het balkon of terras? Ideaal om een vakantiegevoel te creëren! Als je op internet op zoek gaat naar verschillende palmsoorten in pot, dan lijkt het aanbod in eerste instantie enorm. Maar let op : veel exemplaren krijgen het label "winterhard". Meestal betekent dit alleen temperaturen rond het vriespunt. De mediterrane planten kunnen echter alleen overlaten mits voldoende bescherming. In onze contreien kunnen palmbomen in potten geen lange vorstperiodes overleven. Daarom is het belangrijk om een compacte variëteit te kiezen die in de herfst gemakkelijk naar het winterkwartier kan worden verplaatst.
De Europese dwergpam is daarom de perfecte kandidaat voor het balkon of terras. De plant groeit heel compact - wordt maximaal 2 meter hoog - en vooral langzaam. Zo hoeft de potpalm niet vaak te worden verpot en is hij ook nog eens heel zuinig.
Standplaats : de Europese dwergpalm kan echt niet zonder zon. Zolang de temperaturen het toelaten, laat je de potplant buiten staan. Een windvrij, zonnig plekje op een zuid-georiënteerd balkon is ideaal. Daar kan de plant meestal tussen mei en oktober blijven staan.
Aanplanting in potten : om ervoor te zorgen dat de dwergpalm in de zomer goed kan groeien, is het belangrijk dat de plant is aangeplant in een voldoende diepe pot. De planten heeft namelijk een diepe inworteling. Als de plant de kans krijgt om lange wortels te ontwikkelen, dan kan ze veel gemakkelijk water opnemen en zal ze zonder problemen een warm zomerweekend doorstaan zonder extra water te moeten geven.
Water geven : om ervoor te zorgen dat de dwergpalm de capaciteit van zijn wortels volledig kan benutten, is het belangrijk dat je altijd grondig water geeft zodat het water de onderste wortels bereikt. Het is dus beter om slechts om de paar dagen grondig water te geven.
Bemesten : om de bladeren van de palm in een intens groene kleur te laten stralen, is het belangrijk dat de plant regelmatig voedingsstoffen krijgt. Daarvoor heeft ze naast stikstof vooral ijzer en magnesium nodig en die zijn na enkele maanden in het beperkte volume grond in de pot volledig opgebruikt. Om ervoor te zorgen dat de dwergpalm jarenlang gezond in de pot blijft staan, is het essentieel om tijdens de groeifase (van de lente tot de herfst) om de twee weken een portie meststof voor groene planten toe te dienen. Die zijn voornamelijk in vloeibare vorm beschikbaar. Je hoeft dan enkel een portie meststof aan het gietwater toe te voegen.
Overwinteren : zodra de eerste nachtvorst wordt aangekondigd, moet de palm verhuizen. Ook in het winterkwartier heeft de plant veel licht nodig om op lange termijn haar gezonde en diepgroene bladeren te behouden. Een plaats in een donkere kelder of garage is dus geen optie om je dwergpalm te laten overwinteren. Bij temperaturen van maximaal 10°C kan je je dwergpalm in een lichtrijke serre plaatsen. Bij temperaturen van 5°C mag de plant ook op een iets donkerdere plaats zetten, vb. in een garage met een groot raam of een lichtrijk trappenhuis.
Een kleine tip voor de overwintering : verhuis je dwergpalm na maanden achter een beschermende ruit niet meteen weer in de brandende zon. De bladeren zijn het felle zonlicht niet meer gewoon en kunnen zelfs verbranden. Voor zijn eerste dag buiten kies je best een dag met bewolkte hemel uit. De eerste weken bescherm je je dwergpalm ook best tegen de zon, vb. met behulp van een vliesdoek.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren