Kenmerken
Eigenschappen
Periode van aantasting
Omschrijving
Witte vlieg
Als je je planten binnenshuis of in de serre aanraakt en er een grote zwerm witte insecten opvliegt, dan is het overduidelijk : je planten zijn aangetast door de witte vlieg. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, behoort de witte vlieg niet tot het vliegengeslacht. Achter de witte vlieg gaan namelijk verschillende soorten motluizen (Aleyrodidae) schuil. Net zoals de verwante bladluizen en schildluizen tasten deze insecten niet alleen groenteplanten in de serre en in de tuin aan, maar kunnen ze het ganse jaar door ook kamerplanten aantasten.
In Europa zijn voornamelijk de volgende drie soorten witte vlieg aanwezig :
1. Kaswittevlieg
In de serre - maar tijdens de zomer ook in de tuin - komt vooral de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) voor. Dit insect komt oorspronkelijk uit de tropische streken van Amerika en deed eind 19e eeuw zijn intrede in Groot-Brittannië. In onze contreien tast de kaswittevlieg vrijwel alle groente- en sierplanten aan. De plaag weet te overwinteren op sierplanten en kruiden in de serre en kan zelfs meerdere dagen met vriestemperaturen overleven.
2. Tabakswittevlieg
Ook de tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) tast groente- en sierplanten in de serre aan. Vooral kerststerren, geraniums en hibiscussoorten lopen gevaar. Sinds de jaren '80 wordt de tabakswittevlieg beschouwd als een van de economisch belangrijkste plagen voor de landbouw. Schimmelpathogenen nestelen zich namelijk vaak op de uitwerpselen van deze insecten die achterblijven op de aangetaste planten. Qua uiterlijk lijkt de tabakswittevlieg heel sterk op de kaswittevlieg. De tabakswittevlieg is echter iets kleiner en heeft een meer gelige kleur.
3. Koolwittevlieg
De koolwittevlieg (Aleyrodes proletella) tast koolsoorten aan zoals boerenkool, spruiten en savooikool. In tegenstelling tot verwante wittevliegsoorten kan de koolwittevlieg buiten overwinteren op diverse planten zoals koolzaad en kool. Vanaf de vroege zomer kan het insect ook andere groentesoorten aantasten. De aantasting kent in de nazomer zijn hoogtepunt. De koolwittevlieg kan je gemakkelijk onderscheiden van de andere witte vliegen aan de hand van de donkere vlekken op de vleugels.
De witte vlieg is een allesbehalve kieskeurig insect - ze tast een grote verscheidenheid aan planten uit meer dan 80 families aan en wordt daarom ook polyfaag genoemd.
De kaswittevlieg komt vooral voor op tomaten, komkommers en bonen, maar ook op sierplanten zoals fuchsia's, rododendrons en geraniums. Ook kamerplanten blijven niet gespaard. Vooral zachtbladige planten zoals kerststerren lopen gevaar. Het insect is binnenshuis namelijk veilig voor roofdieren en kan zich dankzij de hoge temperatuur gemakkelijk verspreiden.
Aangezien de witte vlieg de voorkeur geeft aan gezellige, warme temperaturen verschijnt ze alleen buiten of in een warmere serre als de temperatuur geschikt is. De hoge luchtvochtigheid en de warme temperaturen in de serre zijn een ideale broedplaats voor de witte vlieg. Hoe warmer de omgevingstemperatuur, hoe sneller het insect zich kan voortplanten. Bij temperaturen van ongeveer 24°C heeft het insect slechts 1 maand nodig om de 400 eitjes, die het vrouwtje kan leggen, te laten uitgroeien tot volwassen insecten. Dit leidt tot een massale voortplanting. Vriestemperaturen kunnen de kaswittevlieg en de tabakswittevlieg slechts kort tolereren. Enkel de koolwittevlieg kan zonder probleem buiten overwinteren.
De witte vlieg dankt haar naam aan haar witte vleugels op haar lichtgele lichaam dat 2 tot 3 mm groot is. Als je de planten aanraakt, vliegen zwermen vliegjes op. Daarnaast kan een wit, stoffig laagje op de potgrond of op de bladeren zichtbaar zijn. De insecten hebben namelijk een witte "waslaag" op hun vleugels die als poeder op de omliggende delen van de plant kan vallen. Ook een kleverige laag op de bladeren, de zogenaamde honingdauw, wijst op de aanwezigheid van witte vliegen. Deze uitscheiding wordt door het insect gecreëerd tijdens het opzuigen van het plantensap.
De vrouwelijke witte vlieg legt haar witgroene eitjes op de onderzijde van de bladeren van de aangetaste planten. Daaruit komen na een kleine week de larven (ook wel nimfen genoemd). Deze larven doorlopen vervolgens 4 stadia. Vanaf het tweede larvenstadium hechten ze zich aan de onderzijde van de bladeren en zuigen ze het sap uit de plant. Daarna ontwikkelen ze zich tot volwassen witte vlieg en breiden ze zich uit naar naburige waardplanten.
Een aantasting door witte vliegen manifesteert zich vaak door vergeelde of compleet afgestorven bladeren, een vertraagde plantengroei of misvormde vruchten. Zowel de larven als de volwassen insecten kunnen schadelijk zijn. Ze zuigen allebei het sap uit de plant waardoor ze aanzienlijk verzwakt. Wanneer de witte vlieg de zuigsnuit in de plant steekt, kunnen virussen overgedragen worden die gevaarlijke ziekten kunnen veroorzaken.
De witte vlieg laat eveneens een plakkerige laag op de bladeren achter. Deze honingdauw zal enerzijds de fotosynthese van de plant afremmen. Anderzijds vergroot het risico dat schimmels zich in deze honingdauw vestigen, vooral bij hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid. Dit zijn de ideale omstandigheden voor de roetdauwschimmel. Deze kan je herkennen aan een zwartgekleurd laagje op de honingdauw. Deze honingdauw kan ook mieren aantrekken - zij zijn namelijk verzot op deze zoetigheid.
Bestrijding
Witte vlieg bestrijden
Om witte vliegen te bestrijden, kan je speciale gele stickers in de aangetaste planten stoppen. Hierbij is het belangrijk dat ze genoeg plaats hebben om te bewegen in de wind. De lijm en de gele kleur zullen witte vliegen aantrekken. Zij zullen uiteindelijk blijven kleven aan de lijmval. Deze lijmvallen helpen ook bij het vaststellen van de aantasting.
Bij een grote aantasting zal je zo snel mogelijk je plant moeten behandelen met een aangepaste insectenbestrijder. Zo kan je een verdere verspreiding beperken. Vergeet niet de onderzijde van de bladeren te behandelen. Probeer de insecten zoveel mogelijk direct te raken. Pas het middel bij voorkeur bij koelere temperaturen toe. Dan zijn de insecten namelijk trager en kunnen ze zich niet zo snel voortbewegen.
Witte vliegen worden vooral door de warme temperaturen en de hoge luchtvochtigheid in een serre aangetrokken. Net daarom is het belangrijk om je serre voldoende en regelmatig te verluchten. Zo kan je een eventuele aantasting tijdig opmerken. Je kan de natuurlijke weerstand van de plant tegen insecten ondersteunen door brandnetelgier toe te passen. Het natuurlijke brandnetelextract bestrijdt niet alleen de vervelende witte vliegen, maar zal ook de gezondheid van je plant bevorderen en de weerstand vergroten.
Een andere manier om witte vliegen te voorkomen is door een tuin aan te leggen die zo dicht mogelijk bij de natuur staat. Nuttige insecten zoals sluipwespen helpen bij de bestrijding van de witte vlieg. Deze sluipwespen parasiteren de larven van de witte vlieg, waardoor ze in het larvenstadium afsterven en geen schade meer kunnen aanrichten. Ook lieveheersbeestjes en spinnen zijn verlekkerd op witte vliegen. De aanwezigheid van nuttige insecten kan je bevorderen met droogmuren of insectenvriendelijke hagen.
De geschikte producten om witte vliegen te bestrijden
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren