Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Siergrassen planten
Als je op zoek bent naar sfeervolle planten voor je bloemperk met vaste planten of naar een grote alleenstaande plant in de voortuin, dan zijn siergrassen de ideale keuze! Er bestaan heel wat soorten siergrassen in verschillende vormen en kleuren. Het Chinese prachtriet kan bijvoorbeeld tot 3 meter hoog worden en zo heel wat indruk maken als het als solitaire plant wordt aangeplant. Kleine, compacte siergrassen zoals lampenpoetsergras “Little Bunny” en “Hameln” heel goed staan in een kruidachtige tuin tussen herfstanemonen en purperklokjes (heuchera). In tegenstelling tot de grote siergrassen kunnen dergelijke kleine grassen ook probleemloos in een pot of bak worden aangeplant. Bij de aankoop informeer je dus best hoe groot het gras kan worden zodat je de juiste plek in de tuin kan uitkiezen.
Om te weten welk siergras voor welke standplaats geschikt is, is niet alleen de grootte van de plant van belang, maar ook de zontolerantie van de siergrassen. De meeste siergrassen voelt zich prettig op een gedeeltelijk schaduwrijke tot zonnige locatie, zoals het Japanse bloedgras en het Chinese prachtriet. Vooral het pampasgras en het blauwe schapengras zijn bijzonder gek op zonlicht en groeien optimaal op plekjes waar ze van ’s morgens tot ’s avonds van de zon kunnen genieten.
Anderzijds kunnen palmzegge, Japanse zegge en veldbies niet zoveel zonlicht verdragen. Zij geven de voorkeur aan een schaduwrijke tot half-schaduwrijke locatie. Als je enkele plekjes in de tuin met lichte schaduw hebt, probeer dan zeker eens Japanse zegge of grote veldbies!
Naast de zontolerantie speelt ook de bodem een belangrijke rol bij de keuze van de standplaats. Als je bijvoorbeeld een vijver wilt aanleggen, kies je best grassen die goed tegen vocht kunnen zoals Nieuw-Zeelandse zegge of verschillende russen. In principe geven de meeste siergrassen de voorkeur aan een matig vochtige tot matig droge bodem. Voor het aanplanten zoek je best uit van welk substraat het siergras het meeste houdt. Wat voedingsstoffen betreft, is er een algemene regel : met een gemiddeld gehalte aan voeding zit je bij de meeste siergrassen veilig.
De groenmassa, de grootte en de groeisnelheid van het gras kunnen gebruikt worden als indicatoren voor de voedingsbehoefte van een siergras. Grote grassen met veel bladmassa die snel groeien, hebben doorgaans meer voedingsstoffen nodig dan kleine, langzaam groeiende grassen met weinig bladmassa. Afhankelijk hiervan kan je voor de aanplanting een portie meststof of humus in de grond werken.
Nadat je de juiste plek hebt gevonden, moet je je nu afvragen wanneer de siergrassen aangeplant kunnen worden. De ideale plantperiode is het voorjaar, wanneer de ijzige wintertemperaturen voorbij zijn en de warme lentezon op de voorgrond treedt. In de herfst kan je ook nog siergrassen aanplanten. Als je het gras in augustus of september aanplant, dan krijgt de plant nog voldoende tijd om in te wortelen voor de ijzige winter begint. Daarnaast kan je met grassen en vaste planten in deze periode heel mooie herfstperken creëren.
Alvorens je begint aan te planten, moet je je ervan bewust zijn dat niet alle siergrassen winterhard zijn. Sommige soorten zijn niet bestand tegen de koude wintertemperaturen en kunnen daarom alleen als kortstondig hoogtepunt in een herfstbloemperk worden aangeplant. Als alternatief kan je niet-winterharde siergrassen gebruiken als seizoensbeplanting in kuipen in combinatie met cyclamen, winterviooltjes of purperklokjes. In het voorjaar kan je de kuip dan opnieuw beplanten met mooie lentebloemen.
Bijzonder mooi is de combinatie van siergrassen met roodachtige herfstkleuren, lichte en beige grassen en kleine, rode of oranjekleurige sierpepers.
Correct verzorgen
Siergrassen verzorgen
Siergrassen die in de tuin zijn aangeplant, hebben meestal weinig extra water nodig. We raden aan om het gras alleen tijdens lange droge periodes in de zomer goed water te geven. Dit betekent dat je op een zachte zomeravond (of in de vroege ochtenduren) de tuinslag kan nemen en de hele grond rond het siergras een paar minuten lang water geeft. Het is beter om het water niet over de grassen te gieten, want dit is niet goed voor de planten.
Als de siergrassen in een pot zijn aangeplant, moet je vaker de gieter in de hand nemen. Het vocht verdampt hier namelijk sneller bij warme temperaturen. Voel gewoon met je vingers of de potgrond nog vochtig is of al opgedroogd is. Overtollig gietwater moet gemakkelijk kunnen weglopen uit een of meerdere drainagegaten in de bodem van de pot. Helaas zorgt stilstaand water ervoor dat de wortels van de planten kunnen gaan rotten. Giet het overtollige water in de onderzetter of in de sierpot dus 15 minuten na een gietbeurt zeker weg.
Zoals we bij de keuze van de standplaats al hebben aangegeven, heeft een groot deel van de siergrassen weinig voeding nodig om te groeien. Meestal is het gebruik van een traag werkende meststof bij de aanplanting voldoende. Daarna kan je eventueel bijbemesten als het siergras bijzonder hongerig is of als de tuinbodem heel weinig voedingsstoffen bevat. Meestal is een bemestingsbeurt in het voorjaar voldoende om de grassen te helpen om na de winterslaap nieuwe stengels te ontwikkelen. Siergrassen in potten houden ervan om regelmatig een portie voedingsstoffen te krijgen. Ze kunnen namelijk niet terugvallen op de voedingsstoffen in de tuingrond.
Als je siergrassen in de tuin winterhard zijn, kan je er meerdere jaren van genieten. Om er op lange termijn goed bij te staan in het bloembed, moeten sommige siergrassen jaarlijks gesnoeid worden. Welke siergrassen je wel en niet snoeit, hangt van jou af maar ook van het type siergras (groenblijvend of bladverliezend).
Wanneer mag je groenblijvende siergrassen snoeien?
Wintergroene siergrassen zoals vele zegge- of biezenrassen zijn het ganse jaar door groen - zowel in de zomer als in de winter. De bladeren drogen niet uit en hoeven dus ook niet gesnoeid te worden. Pas in het voorjaar, wanneer je ontdekt dat je siergras is aangetast door de vorst, kan je de beschadigde stengels snoeien. Je kan ook je siergras “harken” om de afgebroken stengels eruit te kammen. Verdere snoeimaatregelen zijn niet nodig.
Bladverliezende siergrassen snoeien
In tegenstelling tot groenblijvende siergrassen worden bladverliezende grassen zoals lampenpoetsergras of Chinees prachtriet jaarlijks graag gesnoeid. De ideale periode hiervoor is in het voorjaar, net voordat de grassen weer ontkiemen. Daarbij worden de droge, bruine stengels met een scherpe snoeischaar tot ongeveer 10 cm boven de grond afgeknipt. Gebruik hierbij handschoenen om te vermijden dat je je snijdt aan de stengels met scherpe randen. Bij zeer hoge grassen kan je ook afzonderlijke bundels samenbinden en snoeien - zo vliegen de stengels na het afknippen niet zomaar in het rond.
Zelfzaaiende grassen tijdig snoeien
Als je wilt voorkomen dat je siergrassen zichzelf uitzaaien, kan je in de herfst of nazomer de verwelkte bloempluimen verwijderen voordat de eerste zaden zich ontwikkelen. Siergrassen mogen in de herfst trouwens niet worden gesnoeid omdat de lange stelen de plant in de winter beschermen tegen vorst en vocht.
Als je je winterharde siergrassen al in het voorjaar hebt aangeplant, dan hoef je de plant niet extra te beschermen tegen de vrieskou. Als de grassen pas in september of oktober werden aangeplant, dan kan je dennentakken of bladeren om de grassen heen leggen om hen te beschermen tegen sterke, langdurige vorst. In sneeuwrijke winters verwarmt een dikke laag sneeuw de siergrassen, wat meestal voldoende bescherming biedt tegen vorst.
Bij siergrassen in potten op het terras of het balkon zijn de wortels van je sierplanten helaas niet zo goed beschermd door de kleine hoeveelheid grond waarin ze zijn aangeplant. Als er ijzige kou wordt voorspeld, kan je de potplant in een doos met bladeren plaatsen of de pot wikkelen in fleece of in een oud deken.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor een correcte verzorging van siergrassen