Monilia-rot

Kort na de bloei beginnen de bloesems van de bomen te verwelken. Ze worden bruin en zien er verdroogd uit. De bloesems blijven echter aan de tak hangen en vallen niet af. Met name bij natte weersomstandigheden tijdens de bloei kan de ziekte veel takken aantasten. Onvoldoende beschermde of verzorgde bomen lopen bijzonder gevaar.

Wanneer de ziekte meerdere opeenvolgende jaren toeslaat, worden de bomen steeds zwakker. Soms gaan ze dood. Bijzonder gevoelig zijn zure kersen, met name de soort Prunus cerasus subsp. acida.

De schimmel overwintert op de verdroogde vruchten van het voorjaar die nog aan de boom hangen, zogeheten vruchtmummies. In het voorjaar worden ontelbare sporen gevormd. Deze worden door de lucht verspreid en vallen op de volledige kersenboom neer. Bij natte weersomstandigheden infecteren de sporen de bloesems. De schimmel doorwoekert ze en komt vandaar uit in de takken terecht. Deze worden dor en sterven voor een deel af. Ook de vruchten kunnen worden besmet. Wonden en scheuren dienen als toegangspoorten. De vrucht valt af, of verschrompelt en blijft als mummie aan de boom hangen.

Door regelmatig vruchtmummies en aangetaste takken te verwijderen, daalt het infectiepotentieel aanzienlijk. Bij de wintersnoei kunnen vruchtmummies en verdorde takken worden weggesnoeid. Door te snoeien wordt de kroon luchtiger en kunnen takken sneller opdrogen. Wanneer alle kersenbomen in de omgeving zorgvuldig worden gesnoeid, kan de aantasting aanzienlijk worden beperkt. Daarnaast wordt bestrijding met een fungicide tijdens de bloei aanbevolen. Behandelingen zijn alleen op dat moment effectief.

Er zijn drie behandelingen nodig :

• eerste bloesems open
• volle bloesems
• einde bloeitijd

Met name bij natte weersomstandigheden tijdens de bloei is spuiten noodzakelijk.