Grafbeplanting

De elfenbloem is een mooie bodembedekker met een groeihoogte van ca. 20 cm. De plant geeft de voorkeur aan schaduwrijke tot halfschaduwrijke standplaatsen en is daarmee zeer geschikt voor begraafplaatsen met veel bomen. Wanneer de plant eenmaal goed geworteld is, vormen de roodgroene bladeren het hele jaar door een dicht tapijt, dat niet alleen onkruid effectief weghoudt maar ook goed bestand is tegen langere perioden van droogte. In het voorjaar verrast de overigens nogal robuust ogende plant met fijne, lichtgele bloemen. Als deze verdord zijn, staat de enige zorgmaatregel van het jaar op het programma: knip de verdorde bloemen en bladeren eenvoudigweg af met een heggenschaar. Omdat de elfenbloem zich behoorlijk uitbreidt, moet je - vooral voor de delicate seizoensbeplanting - een afbakening maken op het graf. Een plantafstand van 30 cm is voldoende om de elfenbloem een​dicht tapijt te laten vormen.

Met een groeihoogte van ongeveer 15 cm vormt dikkemanskruid ('green carpet') een dicht, groenblijvend bladertapijt. De plant heeft tussen april en mei talrijke witte bloemen. Dikkemanskruid geeft de voorkeur aan schaduwrijke tot halfschaduwrijke standplaatsen en is daarom zeer geschikt voor aanplanting onder loofbomen. Daar voert het in de herfst een speciale taak uit, omdat het grote hoeveelheden loof onder zijn bladeren kan opnemen en deze in recordsnelheid composteert. Op begraafplaatsen met dichte geboomte kan je zich zo het vervelende harken grotendeels besparen. Als het dikkemanskruid te weelderig groeit, scheur of kort je de scheuten na de bloeiperiode in mei zover af als je wil. Dikkemanskruid is uitermate tolerant en zal altijd herstellen.

Het koperknoopje wordt in volgroeide toestand slechts 5 cm hoog en is daarmee geschikt voor het beplanten van kleine urngraven. Van mei tot juli heeft deze plant kleine, witgele bloemen. Bij een plantafstand van ca. 20 cm vormt zich na enkele maanden een dicht tapijt dat doet denken aan donzig mos. Het koperknoopje voelt zich bijzonder goed op een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats en zal je nauwelijks werk bezorgen. Het plantje herstelt zich zelfs na lange perioden van droogte en is winterhard tot -28 °C. Hoewel de fijne bladeren in de wintermaanden bruin kunnen verkleuren, herstelt de plant zich daar in het voorjaar weer snel van. Omdat de bodembedekker zich niet zo sterk uitbreidt, hoef je deze op een graf niet in te perken.

Een kleurrijk en mooi verzorgd graf is mogelijk met de bontbladige kardinaalsmuts. Deze klimplant is verkrijgbaar in de bladkleuren wit tot citroengeel en groeit zelfs in de donkerste hoeken van een begraafplaats zodanig dicht, dat er geen onkruid meer voorkomt. Bij een plantafstand van 30 cm ontstaat gewoonlijk een dicht tapijt. De bontbladige kardinaalsmuts breidt zich niet alleen uit over de grond, en ook al groeit de plant maar heel langzaam, je moet af en toe de grafsteen van de scheuten van deze klimplant bevrijden. De plant verdraagt snoeien echter heel goed, en de beste tijd hiervoor is de lente. Ook verder is de plant robuust en verdraagt zowel koude winters als droge zomers.

De dwergmispel is een perfecte kandidaat voor een graf dat in de volle zon ligt. Daar laat ze in mei bijzonder veel witroze bloemetjes bloeien. Maar na de bloeitijd is de houtachtige bodembedekker nog steeds aantrekkelijk, omdat in de herfst talrijke felrode bessen volgen, die vooral voor vogels een belangrijke voedingsbron zijn. Zelfs in de winter verliest de plant haar glanzende bladeren niet, en zo vormt ze het hele jaar door een dicht tapijt tegen onkruid. De dwergmispel is in alle opzichten gemakkelijk in de verzorging: ze is bestendig tegen warmte en droogte, kan indien nodig op ieder moment sterk worden teruggesnoeid en kan ook overleven op een schaduwrijke standplaats. Om ervoor te zorgen dat zich een dicht tapijt kan vormen, mag de plantafstand niet minder dan 30 cm bedragen. De dwergmispel breidt zich echter niet heel sterk uit en zal jarenlang tevreden zijn met de haar toegewezen plek op het graf.

Roze vetkruid is een blikvanger op graven die op een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats liggen. Van juni tot augustus draagt deze plant talrijke bloemetjes die, afhankelijk van de variëteit, wit, roze of rood zijn. In de herfst en de winter worden de bladeren lichtrood. De bodembedekker heeft een groeihoogte tot 15 cm en breidt zich zelfs op arme grond en tussen stenen uit. Met een plantafstand van ca. 20 cm kan je al een dicht tapijt creëren. Hoewel roze vetkruid er delicaat uitziet, hoef je vrijwel geen tijd te besteden aan deze plant. Pas als de plant de overhand krijgt, moet je in september terugsnoeien.