Sering

Hoewel een sering er delicaat uitziet, is het toch een heel robuuste plant. Een sering kan tegen temperaturen tot -30 °C en verdraagt ook wind en droge hitte. De struik heeft in ieder geval het liefst een standplaats in de volle zon. De sering zal op den duur ook genoegen nemen met een halfschaduwrijke plek, maar de bloesems en bladerkronen vallen dan vaak wat mager uit. Wat betreft bodemgesteldheid is de sering uitermate tolerant. Alleen zeer dichte bodems en waterverzadiging verdraagt ze niet goed. Voor een struik die goed tegen weer en wind kan, is het ook geen probleem alleen te staan. Plaats jouw exemplaar daarom met een gerust hart als windscherm naast je terras of midden op een open veld in je tuin.

Je kan je sering het beste in de herfst planten. De grond is dan nog enigszins warm en de struik heeft voldoende tijd om te wortelen. Met deze voorbereidingstijd kan je je het volgende voorjaar al verheugen op de eerste bloesems. Ook regent het vaak in dit jaargetijde, zodat je je niet te veel zorgen hoeft te maken over regelmatig water geven.

Met maximaal 7 m kan een sering niet alleen vrij hoog worden, de struik breidt zijn wortels ook in een grote cirkel rondom de stam uit. Laat daarom bij het planten minstens 1,5 m vrij tot aan huismuren, muren en terrassen, omdat daarin anders scheuren zouden kunnen ontstaan. Het plantgat moet ongeveer twee keer zo groot zijn als de aardekluit.

Nadat een sering goed is gegroeid hoef je in de regel geen water meer te geven. Let er alleen in de bloeiperiode op dat de struik geen slappe bladeren krijgt. En tijdens lang aanhoudende perioden van droogte kan de sering natuurlijk ook wel een slokje water gebruiken.  

Met name wanneer een sering al vele jaren op zijn plek staat, kan je met goed gekozen meststof de schoonheid ervan enorm bevorderen. Gebruik bij voorkeur een product dat niet zo veel stikstof bevat. Stikstof stimuleert weliswaar de groei van de plant, maar voor bloesemvorming is dan vaak geen energie meer over. Je doet het op de juiste wijze als je kiest voor een meststof die bijzonder veel kalium bevat en daarmee gericht de bloei stimuleert, zonder dat je sering daarbij de dakgoot voorbij schiet.

Voor een weelderig uitlopen van nieuwe scheuten in het volgende jaar moet je je sering na de bloei in juni grondig terugsnoeien. Daarvoor knip je eenvoudigweg alle verwelkte bloesems af. Vermijd het op vorm snoeien in het voorjaar, want de struik vormt de knoppen voor het volgende jaar al in de herfst; het risico is dan groot dat je de knoppen mee wegsnoeit.