Duizendschoon

Duizendschoon (Dianthus barbatus) behoort tot het geslacht van de anjers en vindt haar oorsprong in Oost-Azië en Oost-Europa. Voor een volledige ontwikkeling van de weelderige bloemen heeft de duizendschoon een standplaats op de volle zon nodig. Zelfs op een halfschaduwrijke plek zijn bloei en groei aanzienlijk minder uitgesproken. Bovendien is deze vaste plant blij met een zeer doorlatende en humusrijke grond. Het is daarom beter om de grond enkele weken voor het planten te verrijken. Hiervoor zijn bijvoorbeeld paardenmest of tuincompost geschikt.

Als plant wordt duizendschoon zelden in de handel aangeboden. Mocht je toch een exemplaar weten te bemachtigen, dan is het raadzaam de plant in oktober te planten, zodat ze volgend voorjaar haar volledige bloemenpracht kan ontvouwen. Dit geldt ook voor planten die in de kas of op de vensterbank zijn gekweekt.

Zaden zijn wel te vinden bij de meeste speciaalzaken. In juni is het al warm genoeg en kan je de zaadjes, in groefjes van ongeveer een centimeter diep, direct in het tuinbed zaaien. Zowel in rijen als in groepen geplant moet je een plantafstand van ca. 20 cm aanhouden. Bedek de zaden slechts licht met aarde en geef regelmatig water tot de planten opkomen. Omdat de duizendschoon tot de tweejarige vaste planten behoort, bloeit ze pas in het tweede jaar.

In de jaren die daarop volgen, kan je de kleine zaadjes gebruiken voor vermeerdering. De zaadjes kan je verwijderen op droge dagen, na het verwelken van de bloemen. Na de eerste bloei in mei of juni kan je ook een natuurlijke uitzaai laten plaatsvinden door de verwelkte bloemen niet meteen af te knippen. Aan de andere kant is het raadzaam om de bloemen al vóór het bloeien af te knippen als de vaste plant geleidelijk aan teveel de overhand heeft gekregen.

Met name tijdens de ontkiemingsfase is het van essentieel belang dat je de plantjes regelmatig water geeft. In volwassen toestand mag duizendschoon dan een tevreden en standvastige 'bloembedgenote' zijn, je moet de plant op warme zomerdagen niet in de steek laten.

Vermijd in alle groeistadia echter waterverzadiging! Vooral in de wintermaanden moet een goede drainage van de grond gewaarborgd zijn, omdat de duizendschoon anders kan doodgaan.

Ondanks haar tevredenheid is duizendschoon blij met regelmatige porties meststof. Vooral tijdens de bloeiperiode is het goed de duizendschoon te helpen met meststof. Wanneer de plant in een pot of kuip staat, is vloeibare meststof het beste. In een bloembed is het gebruik van een langzaam werkende meststof praktischer. In dat geval raden we een langzaam werkende meststof voor vaste planten aan, waarmee je met slechts eenmaal toedienen je planten gedurende het hele seizoen optimaal verzorgt. Het toedienen van voedingsstoffen is belangrijk om een gezonde groei en voldoende bloemen te stimuleren.

Als je na de eerste bloei alle stelen net boven de grond afsnijdt, ontwikkelt zich later een tweede generatie bloemen. Zo kan je op eenvoudige wijze de bloeitijd van duizendschoon verlengen. Nadat de plant voorgoed uitgebloeid is, kan je de haar uittrekken en composteren. Als je het jaar daarvoor natuurlijke uitzaai had toegelaten, moet je daarbij oppassen dat je de zaailingen die al ontkiemen niet beschadigt.