Dipladenia

Genieten van prachtige bloemen van april tot september - voor Dipladenia's (ook wel Mandevilla's genoemd) is dit absoluut geen probleem, op voorwaarde dat ze voldoende warmte en zonlicht krijgen. Zelfs op half-schaduwrijke plekjes zal je merken dat de mediterrane kuipplanten duidelijk minder bloemen vormen. In de schaduw zal de plant weinig tot zelfs niet bloeien. Plaats je Dipladenia daarom zeker op een zonrijk plekje op het balkon of het terras. De plant houdt van een warm klimaat, bij voorkeur bij temperaturen van minimum 20°C. Op een zuidgeoriënteerd balkon hoef je je geen zorgen te maken over de zomerse hitte. Zolang er voldoende water beschikbaar is, komt de plant goed terecht.

Alleen bij ongewoon hete temperaturen van 30°C en meer kunnen de bloemen onder de brandende middagzon brandwonden oplopen. Dan kan het zinvol zijn om de Dipladenia enkele dagen in de halfschaduw te plaatsen tot de temperaturen terug dalen. Maar je hoeft niet te treuren om de verbrande bloemen want de plant zal die snel laten vallen om plaats te maken voor nieuwe knoppen.

De grote bloemen van de mediterrane plant houden trouwens niet van hevige regen. Ze zullen hierdoor in grote hoveelheden afvallen en als de zon direct na een regenbui terug op de bloemen schijnt, werkt dit als een vergrootglas - de bloemen vervagen en krijgen lichte vlekken. Als je tijdens een regenachtige zomer de pot op een beschutte plek onder een afdak kan zetten, zal de plant je dankbaar zijn.

De Dipladenia verdraagt geen temperaturen onder 5°C. Net daarom kan de plant in onze contreien alleen in een pot worden aangeplant. De ideale periode om dit te doen is vanaf half mei, wanneer de laatste ijzige nachten voorbij zijn.

Bij de aanplanting in potten kan je met de onderstaande 4 basisregels je Dipladenia een lang en gezond leven geven :

1. Een voldoende grote pot
Het is cruciaal dat je Dipladenia wordt aangeplant in een voldoende grote pot met drainagegaten. Dit zal de groei en bloei van je plant bevorderen. De plastic potten waarin je de plant hebt aangekocht, zijn meestal veel te klein - je mag je dus zeker niet baseren op deze grootte als je een bloempot aankoopt.

2. Een groeisteun
Dit mag je bij de aankoop van je Dipladenia zeker niet vergeten. De plant heeft reeds een soort klimrek ter beschikking in de kleine plastic pot waarin ze is aangekocht - als je de plant verpot, mag je deze zeker niet verwijderen! Na enkele weken wordt deze groeisteun echter te klein. Voor een mooie groei moet je de scheuten nieuwe manieren bieden om zich verder te ontwikkelen. Een balkonomheining of een tuinhek zijn hiervoor niet echt geschikt omdat je de plant zou moeten afknippen als je haar naar het winterverblijf verhuist en dat zou echt zonde zijn.

3. Een kwalitatieve potgrond
Voor een recordbrekende bloemenproductie heeft je Dipladenia tijdens de zomermaanden altijd voldoende water en voedingsstoffen nodig. Je biedt je plant dan ook de beste start in haar pot als ze wordt aangeplant in een kwalitatieve potgrond die is verrijkt met meststof en die een hoge wateropslagcapaciteit bezit. In combinatie met de grote pot bespaar je jezelf een hoop stress bij het water geven - de plant heeft dan namelijk voldoende reserves om op terug te vallen als je een weekendje weg bent.

4. En goede drainage
Voordat je de pot opvult met potgrond, moet je nog enkele zaken controleren. De drainagegaten in de bodem van de pot mogen niet worden geblokkeerd, zeker niet omdat je Dipladenia geen wateroverlast kan verdragen. De plant zal heel snel reageren door bladeren en bloemen af te werpen. Daarom raden we je aan om de gaten af te dekken met kiezelsteentjes of potscherven. Zo kan overtollig water gemakkelijk wegvloeien.

Tijdens de bloeiperiode moet je Dipladenia altijd voldoende water ter beschikking hebben. Als er een constant gebrek aan water is terwijl de plant veel bloemen moet voorzien van water, zal ze gestrest reageren en bloemen en bladeren laten vallen. Als de pot tijdens de zomermaanden op een zuidgeoriënteerd balkon staat waar veel warmte wordt opgebouwd, kan het nodig zijn om dagelijks water te geven. Normaliter is het echter voldoende om in de zomer om de twee dagen de vochtigheidsgraad van de potgrond te controleren. De Dipladenia is ook niet vies van een beetje water op de bloemen en bladeren. In de avonduren kan je de plant bevochtigen met kalkarm water uit een handspray.

Het is heel belangrijk dat je pas opnieuw water geeft als de bovenlaag van de potgrond compleet is opgedroogd. Als de grond in de pot permanent doorweekt is, beginnen de wortels van je Dipladenia te rotten. Daarom raden we je aan - vooral in heel regenachtige zomers - om je plant op een beschutte plaats onder een afdak te plaatsen. Zo ben je zeker hoeveel water de plant krijgt en kunnen de mooie bloemen niet verscheuren door de hevige regen.

Om zeker te zijn dat je Dipladenia de ganse zomer door prachtig en dicht bloeit, is het nodig om regelmatig te bemesten. Vanaf het begin van de knopvorming - ongeveer half maart tot half april - tot ver in augustus moet je wekelijks een portie vloeibare meststof aan het gietwater toevoegen. Dergelijke meststoffen zijn direct beschikbaar voor de plant en dat zal je snel merken : al enkele dagen na de bemesting begint de plant heel wat knoppen te produceren. Zorg ervoor dat de meststof niet alleen stikstof bevat, maar ook een hoog gehalte aan kalium en fosfor. Dit bevordert naast de groei vooral de bloei en de stabiliteit van de plant. Tegen het einde van de zomer moet de bemesting dan geleidelijk aan worden afgebouwd, zodat de Dipladenia in winterslaap kan gaan.

Eens de bloemen zijn uitgebloeid, zal je Dipladenia die zelf laten vallen. Je hoeft dus geen schaar te gebruiken. Vermijd zoveel mogelijk vormsnoeien tijdens de zomer omdat de klimplant voornamelijk op de nieuw gevormde scheuten bloeit, waardoor je na zo'n ingreep waarschijnlijk enkele weken zonder nieuwe bloemen zal moeten.

Bij de verhuis naar het winterkwartier kan je bijzonder omvangrijke scheuten van de plant afsnijden. In het vroege voorjaar (dus in februari of in maart) is het dus heel belangrijk voor de gezondheid van je plant om te snoeien. Alle uitgedroogde en vergeelde bladeren en bloemenresten moeten worden verwijderd. Ook forsere snoeibeurten zijn toegestaan. Dit zal de potplant bevrijden van onnodige ballast en geeft haar een energieboost voor de vorming van nieuwe scheuten. Als je wilt dat je Dipladenia groter wordt, moet je de plant in het voorjaar zeker een beetje snoeien.

Op één enkele uitzondering na (de Mandevilla laxa) tolereert Dipladenia helemaal geen vorst. Om in het volgende seizoen te kunnen genieten van deze mediterrane potplant, moet je haar ten laatste midden oktober naar haar winterkwartier verhuizen. De ideale temperatuur voor je Dipladenia om te overwinteren bedraagt 6 tot 12°C. Warmer mag het zeker niet zijn, want dan wordt de winterslaap afgebroken. Na een zes maanden durende bloei heeft de plant deze slaap echter dringend nodig om terug op krachten te komen voor het volgende seizoen. Als je een Dipladenia tijdens de winter in een warme woonkamer zou plaatsen, zou de plant daar blijven bloeien maar zo uitgeput zijn dat ze na 2 tot 3 jaar uiteindelijk compleet afsterft.

Het winterkwartier moet alleszins heel lichtrijk zijn. Direct zonlicht heeft je Dipladenia echter niet nodig tijdens de wintermaanden. Een koele trappenhal, een verwarmde kas of een goed geïsoleerde garage met een raam zijn daarom ideaal.

Als je Dipladenia tijdens de zomer erg groot is geworden, kan je de bijzonder grote scheuten afknippen voordat je de plant naar het winterkwartier verhuist. Een forse snoeibeurt hoef je echter alleen in het voorjaar door te voeren.

Eenmaal de plant de rustfase start, zal ze ook minder water nodig hebben. Geef tijdens de winter alleen water als het echt nodig is en net genoeg zodat de potgrond in de pot niet uitdroogt. Een Dipladenia hoef je in de winter niet te bemesten. De plant kan namelijks niks aanvangen met de voedingsstoffen tijdens de rustfase.

Wanneer er midden mei geen late nachtvorst meer wordt verwacht, kan je je Dipladenia terug buiten plaatsen. Maar doe dit alsjeblieft niet van de ene dag op de andere. De schok van het plotselinge directe zonlicht, de wind en het temperatuursverschil is namelijk gewoon te groot. Om ervoor te zorgen dat je Dipladenia de verhuis uit het winterkwartier overleeft, kan je de plant het beste voorzichtig voorbereiden op het nieuwe seizoen :

• Snoei de plant in het voorjaar zoals hierboven uitgelegd. Terwijl je bezig bent, kan je de plant ineens verpotten in een verse, voedselrijke potgrond. Indien nodig kan er weer vaker water worden gegeven.
• Kies een bijzonder zachte en windstille dag uit om je plant voor het eerst buiten te plaatsen. Zet je Dipladenia in eerste instantie slechts enkele uurtjes in de zon en breng de kuip op koele nachten terug naar het winterkwartier. Als alternatief kan je de pot in vlies inwikkelen.
• Naarmate de temperaturen stijgen en de mediterrane plant nieuwe knoppen begint te vormen, kan je de giet- en bemestingsbeurten geleidelijk aan verhogen.

Ook als de plant voldoende voedingsstoffen ter beschikking heeft, is het na 2 tot 3 jaar tijd om je Dipladenia in een verse potgrond aan te planten. De pot is dan vaak al helemaal doorworteld. Hoog tijd dus om de plant in een grotere pot te verpotten. Ook als de oude bloempot nog voldoende ruimte biedt voor de kluit, dien je uiterlijk na 4 jaar de potgrond eromheen volledig te vernieuwen.

Ondanks bemesten worden veel belangrijke sporenvoedingsstoffen in de potgrond opgebruikt en zelfs de beste potgrond verliest op een gegeven moment zijn losse, luchtige structuur. Om de Dipladenia in de pot tientallen jaren gezond te houden, is het daarom essentieel om de plant om de paar jaar in verse potgrond te verpotten.

Als je je Dipladenia tijdens de zomermaanden voldoende water en voedingsstoffen geeft, is de plant meestal minder vatbaar voor ziekten en plagen. Vooral in het voorjaar nestelen bladluizen zich graag op de frisse, lichtgroene bladeren. Ze kunnen echter gemakkelijk en voorzichtig worden ingedamd met een biologisch bestrijdingsmiddel op basis van koolzaadolie. Vooral in de winterkwartieren moet je je plant regelmatig controleren op veelvoorkomende plagen zoals wolluis, dopluis of trips. Als je je Dipladenia op een eerder koele locatie met lage luchtvochtigheid laat overwinteren, kan je het risico op een aantasting minimaliseren. Ook door de plant regelmatig te bevochtigen met kalkarm leidingwater creëer je een nogal oncomfortabele plek voor deze droogteminnende zuigende insecten.