Peperkoekboompje

Breng de honing, suiker en boter in een pan tot smelten en laat de massa vervolgens volledig afkoelen. Kneed het geheel samen met de bloem, het bakpoeder, de kruiden, de cacaopoeder en het ei tot een plakkerig deeg. Om het deeg gemakkelijk te kunnen uitrollen en uitsteken, laat je het eerst minstens 1 uur in de koelkast afkoelen.

Omdat er minstens tien sterren nodig zijn om een voldoende hoog peperkoekboompje te bouwen, kost het uitsteken van de sterren enige tijd. Neem steeds zo veel uit de koelkast als je in één ronde kunt uitrollen en uitsteken - dit om te voorkomen dat het deeg ondertussen weer zacht en plakkerig wordt. Let goed op bij het uitsteken, want om goed gevormde boompjes te kunnen maken, heb je van iedere maat uitsteekvorm hetzelfde aantal sterren nodig - je moet dus goed tellen. De peperkoeksterren hoeven maar heel kort te bakken, zo'n 7 tot 10 minuten op 180 °C boven- en onderwarmte. Pas als de ingrediënten koud zijn geworden, zijn ze echt stevig.

Je hebt nu een berg met sterren en kan beginnen met het bouwen van de peperkoekboompjes. Hiervoor breng je de frosting tot smelten en leg je de grootste maat sterren die je hebt gebakken op een stuk bakpapier. Laat met een theelepel op iedere ster een kleine klodder chocoladeglazuur vallen en plak daar de volgende, één maat kleinere ster bovenop. Je hebt niet tien sterren van verschillende grootten? Geen probleem, gebruik dan gewoon twee sterren van dezelfde grootte in één boom. De kleinste sterren zet je rechtop als piek bovenop de boompjes - je hebt nu echte kerstbomen gemaakt.
Nadat de koekjes en het glazuur volledig zijn afgekoeld strooi je tot slot poedersuiker over de boompjes om ze onder te sneeuwen. De koekjes zijn na het bakken nog wat hard, maar als je ze verpakt in een cellofaanzakje of in een blikken trommel, worden de peperkoekbomen heerlijk zacht en kunnen na een paar weken nog goed gegeten worden.