Kweek je eigen groenten en fruit!
Van artisjokken tot ajuinen - in een moestuin kan je de meest uiteenlopende groentesoorten kweken. Vooral groentebedden met verschillende gewassen zijn heel gevarieerd en kleurrijk. Om te kunnen genieten van een succesvolle gemengde teelt, hebben we voor jou hieronder 5 praktische tips samengevat.
Je kan groenten op twee verschillende manieren telen : in gemengde cultuur of in monocultuur.
Bij monocultuur wordt slechts 1 groentesoort, vb. aardappelen, in het groentebed aangeplant. Op grote terreinen kan dit heel zinvol zijn, maar in een moestuin geeft dit een eerder monotoon resultaat : je zal enkel aardappelen kunnen oogsten...
Als je meer afwisseling wilt, dan kies je beter voor een gemengde teelt. Hierbij worden verschillende groentesoorten bij elkaar aangeplant. Toch moet je vooraf verschillende zaken controleren : welk type bodem hebben de gewassen nodig? Tot welke plantenfamilies behoren de gewassen? Hoe groot worden de gewassen? Hoe diep groeien de wortels?
Het grootste voordeel van een gemengde teelt? Het risico dat je gewassen worden aangetast door schadelijke insecten, is beduidend kleiner. Binnen een familie zijn er bijvoorbeeld insecten of schimmelsporen die zich specialiseren in specifieke plantensoorten. Als je in je groentebed enkel aardappelen en tomaten - die allebei tot de nachtschadefamilie horen - hebt aangeplant en er breekt phytophtora uit, dan zullen alle planten in een mum van tijd aangetast zijn. Bij een gemengde teelt kan een tomatenplant aangetast worden, maar blijven de naburige courgettes gespaard.
Er bestaan zelfs plantensoorten die elkaars ontwikkeling positief beïnvloeden en graag dicht bij elkaar groeien : sommige planten kunnen schadelijke insecten zelfs weghouden van de naburige planten. Andere planten kunnen geuren of vloeistoffen via de wortels afscheiden die niet alleen hen maar ook de naburige planten zullen beschermen. Komkommers en aardbeien voelen zich dan weer heel goed in de buurt van knoflook. Oost-Indische kers is een ware bladluizenmagneet : de plant trekt rondzwervende bladluizen aan zodat andere planten voorlopig gespaard blijven.
Helaas zijn er ook planten die je beter niet naast elkaar aanplant. Tomaten en komkommers passen niet goed bij elkaar omdat ze verschillende behoeften hebben.
Een gemengde teelt zal meestal ook minder eisen van je bodem, waardoor bodemmoeheid minder snel zal optreden. Een combinatie van diepwortelende en vlakwortelende planten zal er bovendien voor zorgen dat de water- en voedselvoorraden op een efficiënte manier worden gebruikt en dat de planten elkaar minder in de weg zitten.
Regulerende werking in geval van een aantasting van insecten
Positief effect op de plantenontwikkeling en dus op de oogst
Bodemmoeheid wordt op lange termijn voorkomen
Optimaal gebruik van voedselreserves
Je stelt je waarschijnlijk de vraag hoe je een gemengde teelt in de moestuin concreet aanpakt. Hierbij zijn de onderstaande punten heel belangrijk :
Ook de plant- en oogsttijden zijn belangrijk in het geval van wisselteelt.
Waar voelen planten zich goed?
De juiste standplaats is cruciaal voor een goede plantenontwikkeling. De meeste groenteplanten houden van een zonnige tot half-zonnige locatie. Concreet betekent dit dat het groentebed de ganse dag in de zon staat - of ten minste enkele uren.
Daarnaast vormt een losse, doorlatende en humusrijke bodem met een mix van zand en kleimineralen voor de meeste groenteplanten de ideale basis : voor vruchtgroenten zoals tomaten, komkommers en pompoenen, maar ook voor koolsoorten.
Sommige groenteplanten houden van meer zand. Een bodem met hoog zandgehalte wordt ook wel een lichte bodem genoemd. Dit is het ideale bodemtype voor wortel- en knolgewassen zoals aardappelen, pastinaken, wortelen en asperges.
Als je de grond omspit en de vochtige, kleverige grond blijft plakken aan de spade, dan heb je te maken met een vrij zware, kleigrond. Door zand te vermengen met de bodem kan je de doorlaatbaarheid en de bodemstructuur verbeteren. Als de grond echter te compact is en het regenwater heel moeizaam wegloopt, dan zijn verhoogde moestuinbakken een goede keuze. Hierin kan je groenten kweken, ongeacht de kwaliteit van de tuingrond. In een moestuinbak kan je zo de beste basis voor je groenteplanten creëren. We raden je aan om je tuingrond te analyseren alvorens je een moestuin aanlegt.
Conclusie : een zonnige locatie met losse, doorlaatbare kleigrond is ideaal voor de teelt van groenten. Een zware of lichte bodem kan je vermengen met een portie humus, zand, bodemverbeteraar of puimsteenkorrels. Als dit niet mogelijk is, dan zijn verhoogde moestuinbakken een prachtig alternatief.
Hoe hongerig zijn de planten?
Om knollen en vruchten te kunnen ontwikkelen, hebben groenteplanten voldoende voedingsstoffen nodig zoals stikstof, fosfor, kalium, calcium of magnesium. De ene plant heeft veel voedingsstoffen nodig, de andere plant weinig. Planten die goed gedijen in een voedselrijke kleigrond hebben over het algemeen veel meer voedingsstoffen nodig dan planten die groeien in een zanderige, arme bodem.
Tot de groep van sterk terende planten behoren onder meer grote koolsoorten, heel wat vruchtgroenten en aardappelen. Enkel door de toevoer van alle belangrijke voedingsstoffen zullen deze gewassen veel vruchten kunnen ontwikkelen. Radijsjes, veldsla en de meeste kruiden behoren tot de zwak terende groentesoorten. Tot slot zijn er nog de gemiddeld terende groenten zoals snijbiet, wortelen en pastinaak : zij hebben meer voedingsstoffen nodig dan de zwak terende groenten maar minder dan de sterk terende groenten.
Als je je moestuin wilt beplanten met gemiddeld en sterk terende groentesoorten, dan is een goede voorbereiding cruciaal. Door het gebruik van een aangepaste potgrond voor groenten en van een organische meststof met lange werking (vb. COMPO Bio Meststof Fruit & Groenten op basis van schapenwol) creëer je de ideale omstandigheden voor een gezonde plantengroei. Een vloeibare meststof voor groenten met directe werking zal je planten helpen tijdens de vegetatiefase en bij de vruchtontwikkeling.
Meststoffen op basis van schapenwol hebben een natuurlijke, langzame en milde werking. Daarom kan je kruiden tussen je sterk terende groenteplanten aanplanten. Voor tijm en rozemarijn is dit echter niet ideaal. Zij worden liever tussen andere kruiden in een aangepaste kruidenpotgrond aangeplant.
Tip : plant zwak terende planten voldoende uit elkaar en bemest ze niet met een vloeibare meststof als je je sterk terende planten bemest.
Tabel voor gemengde teelt : voedingsbehoefte van planten
Voedingsbehoefte |
Groenten en kruiden |
Nood aan veel voedingsstoffen |
Aardappelen, artisjokken, aubergines, courgettes, grote koolsoorten zoals broccoli en bloemkool, paprika's, pompoenen, prei, tomaten |
Gemiddelde behoefte aan voedingsstoffen |
Chicorée, andijvie, basilicum, goudsbloemen, komkommers, koolrabi, Oost-Indische kers, pastinaak, rabarber, snijbiet, wortelen |
Nood aan weinig voedingsstoffen |
Ajuinen, bonen, erwten, goudsbloemen, mediterrane kruiden (vb. tijm, basilicum, rozemarijn), radijzen, rode bieten, spinazie |
Hoeveel plaats heeft de plant nodig
Terwijl pompoenplanten de helft van je moestuinbak inpalmen, zijn paprikaplanten eerder bescheiden planten. Sommige kleine paprika's kan je zelfs in een bloempot met diameter van 20 cm kweken. Bij het kiezen van de juiste planten voor je moestuin moet je dus steeds rekening houden met het groeikarakter van het gewas. De onderstaande 3 tips helpen je alvast goed op weg :
Beschik je over een groot groentebed of een grote moestuin? Dan kan je in principe alles planten wat je maar wilt. Gewassen zoals komkommers, courgettes, tomaten en meloenen groeien bijvoorbeeld heel gemakkelijk!
Bij kleinere moestuinen of moestuinbakken moet je creatief te werk gaan. In plaats van grote trostomaten kies je bijvoorbeeld beter voor kleine struiktomaten. Laat komkommerplanten in moestuinbakken naar beneden groeien in plaats van hen op te binden. Dankzij deze tips zal je de verticale ruimte optimaler kunnen benutten en zorg je ervoor, dat de komkommerplanten het licht van de andere planten in de moestuinbak niet wegnemen. Voor kleine moestuintjes zijn radijzen, sla, kleine paprikasoorten en verschillende kruiden ideaal.
Over welke plantenfamilie gaat het?
Of het nu gaat om knolvoet, brandvlekken, valse meeldauw, koolvliegjes of phytophthora - enkele vaak voorkomende insecten en ziekten die tijdens de zomer terug te vinden zijn op groenteplanten, kan je met een gemengde teelt voorkomen. Ziekteverwekkers hebben namelijk één ding gemeen : ze hebben zich gespecialiseerd in bepaalde plantenfamilies. Brandvlekken zal je bijvoorbeeld vaker aantreffen bij vlinderbloemen, terwijl phytophthora nachtschadeplanten zoals tomaten en aardappelen aantast. Een kleurrijke mix van verschillende groenteplanten kan de infectiecyclus onderbreken en zo een grootschalige ziekteplaag beperken.
Houd rekening met de plantenfamilie bij wisselteelt
Sommige planten en ziekteverwekkers kunnen in de bodem overwinteren. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor variatie als je opnieuw gaat aanplanten. Het is niet aanbevolen om het daaropvolgende jaar dezelfde planten op dezelfde plaats aan te planten. Hierdoor zal het risico op infecties voor de vers aangeplante jonge gewassen namelijk aanzienlijk verhogen. Pas na verloop van tijd zal het risico afnemen en kan je opnieuw dezelfde plantenfamilie in het groentebed aanplanten.
Tip : bewaar je aanplantingsplan. Zo weet je het daaropvolgende jaar wat werd aangeplant.
Tabel gemengde teelt : compatibiliteit van plantenfamilies
Plantenfamilie |
Compatibele groentesoorten |
Kruisbloemigen |
Paksoi, radijs, koolsoorten |
Schermbloemigen |
Dille, kervel, pastinaak, peterselie, selder, wortelen |
Vlinderbloemigen |
Bonen, erwten, kikkererwten, lupines, pinda's |
Lipbloemigen |
Bijna alle kruiden |
Leliegewassen |
Asperges, bieslook, knoflook, prei, uien |
Ganzevoetfamilie |
Rode biet, snijbiet, spinazie |
Samengesteldbloemigen |
Artisjokken, goudsbloemen, sla zoals kropsla en andijvie |
Komkommerfamilie |
Courgettes, komkommers, meloenen, pompoenen |
Nachtschadefamilie |
Aardappelen, aubergines, paprika's, tomaten |
Diep, vlak of breed?
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen diepwortelende en vlakwortelende planten.
Er bestaat helaas geen duidelijke grens tussen beide soorten - er zijn enkele groentesoorten die middellange wortels ontwikkelen of die zich aanpassen aan de omgeving en die de ene keer iets vlakkere, en de andere keer iets diepere wortels hebben. Bovendien moet je er ook rekening mee houden dat sommige planten aanzienlijk dieper in de grond zijn aangeplant. Aardappelen vormen bijvoorbeeld geen lange wortels, maar aangezien de wortels ruim 50 centimeter onder de grond zitten, kunnen ze ook het water uit de diepere grondlagen opnemen.
De meeste groentesoorten zijn planten die wortels van gemiddelde lengte ontwikkelen en/of zich kunnen aanpassen aan de omgeving.
Algemene regel : als je je moestuin regelmatig begiet en bemest, zullen normaliter alle groenteplanten voorzien zijn van water en voedingsstoffen.
Creëer de ideale omgeving!
Voor sterk en gemiddeld terende gewassen
Op basis van de bovenstaande informatie kan je een kleurrijke en gevarieerde gemengde teelt opstarten. Ook ervaring uit de tuinbouw kan hier een rol spelen. Sommige planten hebben namelijk een positief effect op de buurplanten :
Deze planten plant je beter niet samen :
Bonen en erwten (zij kunnen ook niet goed overweg met knoflook en uien)
Aardbeien en grote koolsoorten
Komkommers en tomaten
Tomaten en aardappelen
Radijzen en uien
Deze planten zijn compatibel met andere groentesoorten :
Andijvie
Veldsla
Wortelen
Spinazie
Courgettes
Snijbiet
De mooiste combinaties voor een kleurrijke gemengde teelt :
Aardbeien, prei en goudsbloemen
Komkommers, erwten en struikbasilicum
Koolsoorten, dille, bonen en bonenkruid
Aardappelen, Oost-Indische kers en goudsbloemen
Tomaten, Oost-Indische kers en goudsbloemen
Radijzen, wortelen en sla
Aardbeien, bernagie, spinazie, radijs en sla
Voorbeeld moestuinbak
Onze moestuinbak van 80 x 120 cm staat op een zonnige locatie en hebben we beplant met verschillende gewassen zoals aardbeien en sla. Van links naar rechts vind je :
Bij al deze jonge planten gaat het om groentesoorten met een gemiddelde voedselbehoefte. Dit betekent dat je je moestuinbak bij de aanplanting niet alleen moet opvullen met verse, voorbemeste potgrond voor groenten, maar dat je ook een biologische meststof met lange werking kan toevoegen. Zo hebben je groenteplanten gedurende meerdere maanden alle belangrijke voedingsstoffen ter beschikking.
Houd rekening met de locatie
De meeste groenteplanten houden van een voedingsrijke bodem op een zonnige locatie
Houd rekening met de voedselbehoefte
Combineer planten met gelijkaardige voedselbehoeften zodat ze niet met elkaar concurreren.
Voorzie voldoende plaats
Heel wat groenteplanten worden na verloop van tijd groter en hebben daarom voldoende ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Controleer daarom altijd de informatie op het plantenetiket!
Meng verschillende plantenfamilies
Om plagen te voorkomen die gespecialiseerd zijn in bepaalde plantenfamilies, helpt het om groentesoorten van verschillende families samen te planten en drie tot vier jaar te laten verstrijken tussen de teelt van planten uit dezelfde familie.
Houd rekening met het worteltype
Plant zowel diep wortelende als vlak wortelende planten. Zo worden de voedingsstoffen in de bodem optimaal benut en gaan de planten elkaar niet in de weg zitten.
Of je nu één of meerdere moestuintjes beplant : met deze vijf tips kan je het onderhoud gemakkelijker maken en kan je genieten van een rijke oogst.
De juiste producten voor een succesvolle groenteoogst
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren