compo image
  1. COMPO
  2. Advies
  3. Plantenverzorging
  4. Groenten, fruit & kruiden
  5. Gemengde teelt in de moestuin - 5 tips

Kweek je eigen groenten en fruit!

Gemengde teelt voor een kleurrijke moestuin - 5 tips

Van artisjokken tot ajuinen - in een moestuin kan je de meest uiteenlopende groentesoorten kweken. Vooral groentebedden met verschillende gewassen zijn heel gevarieerd en kleurrijk. Om te kunnen genieten van een succesvolle gemengde teelt, hebben we voor jou hieronder 5 praktische tips samengevat.

compo image

Monocultuur vs. gemengde teelt

Je kan groenten op twee verschillende manieren telen : in gemengde cultuur of in monocultuur.

Bij monocultuur wordt slechts 1 groentesoort, vb. aardappelen, in het groentebed aangeplant. Op grote terreinen kan dit heel zinvol zijn, maar in een moestuin geeft dit een eerder monotoon resultaat : je zal enkel aardappelen kunnen oogsten...

Als je meer afwisseling wilt, dan kies je beter voor een gemengde teelt. Hierbij worden verschillende groentesoorten bij elkaar aangeplant. Toch moet je vooraf verschillende zaken controleren : welk type bodem hebben de gewassen nodig? Tot welke plantenfamilies behoren de gewassen? Hoe groot worden de gewassen? Hoe diep groeien de wortels?

compo image

Voordelen van gemengde teelt

Het grootste voordeel van een gemengde teelt? Het risico dat je gewassen worden aangetast door schadelijke insecten, is beduidend kleiner. Binnen een familie zijn er bijvoorbeeld insecten of schimmelsporen die zich specialiseren in specifieke plantensoorten. Als je in je groentebed enkel aardappelen en tomaten - die allebei tot de nachtschadefamilie horen - hebt aangeplant en er breekt phytophtora uit, dan zullen alle planten in een mum van tijd aangetast zijn. Bij een gemengde teelt kan een tomatenplant aangetast worden, maar blijven de naburige courgettes gespaard.

Er bestaan zelfs plantensoorten die elkaars ontwikkeling positief beïnvloeden en graag dicht bij elkaar groeien : sommige planten kunnen schadelijke insecten zelfs weghouden van de naburige planten. Andere planten kunnen geuren of vloeistoffen via de wortels afscheiden die niet alleen hen maar ook de naburige planten zullen beschermen. Komkommers en aardbeien voelen zich dan weer heel goed in de buurt van knoflook. Oost-Indische kers is een ware bladluizenmagneet : de plant trekt rondzwervende bladluizen aan zodat andere planten voorlopig gespaard blijven.

Helaas zijn er ook planten die je beter niet naast elkaar aanplant. Tomaten en komkommers passen niet goed bij elkaar omdat ze verschillende behoeften hebben.

Een gemengde teelt zal meestal ook minder eisen van je bodem, waardoor bodemmoeheid minder snel zal optreden. Een combinatie van diepwortelende en vlakwortelende planten zal er bovendien voor zorgen dat de water- en voedselvoorraden op een efficiënte manier worden gebruikt en dat de planten elkaar minder in de weg zitten.

De voordelen van een gemengde teelt in één oogopslag

  • Regulerende werking in geval van een aantasting van insecten

  • Positief effect op de plantenontwikkeling en dus op de oogst

  • Bodemmoeheid wordt op lange termijn voorkomen

  • Optimaal gebruik van voedselreserves

5 tips voor een gemengde teelt

Je stelt je waarschijnlijk de vraag hoe je een gemengde teelt in de moestuin concreet aanpakt. Hierbij zijn de onderstaande punten heel belangrijk :

  1. Locatie
  2. Voedingsbehoefte
  3. Groei
  4. Plantenfamilie
  5. Worteltype

Ook de plant- en oogsttijden zijn belangrijk in het geval van wisselteelt.

compo image

Waar voelen planten zich goed?

1. Locatie

De juiste standplaats is cruciaal voor een goede plantenontwikkeling. De meeste groenteplanten houden van een zonnige tot half-zonnige locatie. Concreet betekent dit dat het groentebed de ganse dag in de zon staat - of ten minste enkele uren.

Daarnaast vormt een losse, doorlatende en humusrijke bodem met een mix van zand en kleimineralen voor de meeste groenteplanten de ideale basis : voor vruchtgroenten zoals tomaten, komkommers en pompoenen, maar ook voor koolsoorten.

Sommige groenteplanten houden van meer zand. Een bodem met hoog zandgehalte wordt ook wel een lichte bodem genoemd. Dit is het ideale bodemtype voor wortel- en knolgewassen zoals aardappelen, pastinaken, wortelen en asperges.

Als je de grond omspit en de vochtige, kleverige grond blijft plakken aan de spade, dan heb je te maken met een vrij zware, kleigrond. Door zand te vermengen met de bodem kan je de doorlaatbaarheid en de bodemstructuur verbeteren. Als de grond echter te compact is en het regenwater heel moeizaam wegloopt, dan zijn verhoogde moestuinbakken een goede keuze. Hierin kan je groenten kweken, ongeacht de kwaliteit van de tuingrond. In een moestuinbak kan je zo de beste basis voor je groenteplanten creëren. We raden je aan om je tuingrond te analyseren alvorens je een moestuin aanlegt.

Conclusie : een zonnige locatie met losse, doorlaatbare kleigrond is ideaal voor de teelt van groenten. Een zware of lichte bodem kan je vermengen met een portie humus, zand, bodemverbeteraar of puimsteenkorrels. Als dit niet mogelijk is, dan zijn verhoogde moestuinbakken een prachtig alternatief.

compo image

Hoe hongerig zijn de planten?

2. Voedingsbehoefte

Om knollen en vruchten te kunnen ontwikkelen, hebben groenteplanten voldoende voedingsstoffen nodig zoals stikstof, fosfor, kalium, calcium of magnesium. De ene plant heeft veel voedingsstoffen nodig, de andere plant weinig. Planten die goed gedijen in een voedselrijke kleigrond hebben over het algemeen veel meer voedingsstoffen nodig dan planten die groeien in een zanderige, arme bodem.

Tot de groep van sterk terende planten behoren onder meer grote koolsoorten, heel wat vruchtgroenten en aardappelen. Enkel door de toevoer van alle belangrijke voedingsstoffen zullen deze gewassen veel vruchten kunnen ontwikkelen. Radijsjes, veldsla en de meeste kruiden behoren tot de zwak terende groentesoorten. Tot slot zijn er nog de gemiddeld terende groenten zoals snijbiet, wortelen en pastinaak : zij hebben meer voedingsstoffen nodig dan de zwak terende groenten maar minder dan de sterk terende groenten.

Als je je moestuin wilt beplanten met gemiddeld en sterk terende groentesoorten, dan is een goede voorbereiding cruciaal. Door het gebruik van een aangepaste potgrond voor groenten en van een organische meststof met lange werking (vb. COMPO Bio Meststof Fruit & Groenten op basis van schapenwol) creëer je de ideale omstandigheden voor een gezonde plantengroei. Een vloeibare meststof voor groenten met directe werking zal je planten helpen tijdens de vegetatiefase en bij de vruchtontwikkeling.

Meststoffen op basis van schapenwol hebben een natuurlijke, langzame en milde werking. Daarom kan je kruiden tussen je sterk terende groenteplanten aanplanten. Voor tijm en rozemarijn is dit echter niet ideaal. Zij worden liever tussen andere kruiden in een aangepaste kruidenpotgrond aangeplant.

Tip : plant zwak terende planten voldoende uit elkaar en bemest ze niet met een vloeibare meststof als je je sterk terende planten bemest.

Tabel voor gemengde teelt : voedingsbehoefte van planten

Voedingsbehoefte

Groenten en kruiden

Nood aan veel voedingsstoffen

Aardappelen, artisjokken, aubergines, courgettes, grote koolsoorten zoals broccoli en bloemkool, paprika's, pompoenen, prei, tomaten

Gemiddelde behoefte aan voedingsstoffen

Chicorée, andijvie, basilicum, goudsbloemen, komkommers, koolrabi, Oost-Indische kers, pastinaak, rabarber, snijbiet, wortelen

Nood aan weinig voedingsstoffen

Ajuinen, bonen, erwten, goudsbloemen, mediterrane kruiden (vb. tijm, basilicum, rozemarijn), radijzen, rode bieten, spinazie

compo image

Hoeveel plaats heeft de plant nodig

3. Groei

Terwijl pompoenplanten de helft van je moestuinbak inpalmen, zijn paprikaplanten eerder bescheiden planten. Sommige kleine paprika's kan je zelfs in een bloempot met diameter van 20 cm kweken. Bij het kiezen van de juiste planten voor je moestuin moet je dus steeds rekening houden met het groeikarakter van het gewas. De onderstaande 3 tips helpen je alvast goed op weg :

  1. Lees aandachtig het plantetiket : hierop staat alle informatie met betrekking tot de hoogte/breedte van de plant en de benodigde oppervlakte.
  2. Van klein naar groot : kleine planten moeten bij voorkeur vooraan in een zuid-georiënteerd groentebed worden geplaatst zodat ze voldoende licht krijgen. De hogere planten kan je daarachter plaatsen. Als het groentebed vlak bij een muur ligt, moet je de zelfde logica volgen (kleine planten vooraan, grote planten achteraan).
  3. Voorzie voldoende plaats : zelfs als jonge planten er klein uitzien, zullen ze na verloop van tijd een stuk groter worden. Je moet dus voldoende ruimte voorzien voor elke plant zodat ze zich probleemloos kan ontwikkelen en zodat de planten onderling niet gaan concurreren om licht, plaats, water en voedingsstoffen. Een extra voordeel : als er genoeg ruimte is, zal de lucht beter tussen de planten kunnen circuleren en is het risico op ongedierte aanzienlijk kleiner.

Beschik je over een groot groentebed of een grote moestuin? Dan kan je in principe alles planten wat je maar wilt. Gewassen zoals komkommers, courgettes, tomaten en meloenen groeien bijvoorbeeld heel gemakkelijk!

Bij kleinere moestuinen of moestuinbakken moet je creatief te werk gaan. In plaats van grote trostomaten kies je bijvoorbeeld beter voor kleine struiktomaten. Laat komkommerplanten in moestuinbakken naar beneden groeien in plaats van hen op te binden. Dankzij deze tips zal je de verticale ruimte optimaler kunnen benutten en zorg je ervoor, dat de komkommerplanten het licht van de andere planten in de moestuinbak niet wegnemen. Voor kleine moestuintjes zijn radijzen, sla, kleine paprikasoorten en verschillende kruiden ideaal.

compo image

Over welke plantenfamilie gaat het?

4. Plantenfamilie

Of het nu gaat om knolvoet, brandvlekken, valse meeldauw, koolvliegjes of phytophthora - enkele vaak voorkomende insecten en ziekten die tijdens de zomer terug te vinden zijn op groenteplanten, kan je met een gemengde teelt voorkomen. Ziekteverwekkers hebben namelijk één ding gemeen : ze hebben zich gespecialiseerd in bepaalde plantenfamilies. Brandvlekken zal je bijvoorbeeld vaker aantreffen bij vlinderbloemen, terwijl phytophthora nachtschadeplanten zoals tomaten en aardappelen aantast. Een kleurrijke mix van verschillende groenteplanten kan de infectiecyclus onderbreken en zo een grootschalige ziekteplaag beperken.

Houd rekening met de plantenfamilie bij wisselteelt

Sommige planten en ziekteverwekkers kunnen in de bodem overwinteren. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor variatie als je opnieuw gaat aanplanten. Het is niet aanbevolen om het daaropvolgende jaar dezelfde planten op dezelfde plaats aan te planten. Hierdoor zal het risico op infecties voor de vers aangeplante jonge gewassen namelijk aanzienlijk verhogen. Pas na verloop van tijd zal het risico afnemen en kan je opnieuw dezelfde plantenfamilie in het groentebed aanplanten.

Tip : bewaar je aanplantingsplan. Zo weet je het daaropvolgende jaar wat werd aangeplant.

 

Tabel gemengde teelt : compatibiliteit van plantenfamilies

Plantenfamilie

Compatibele groentesoorten

Kruisbloemigen

Paksoi, radijs, koolsoorten

Schermbloemigen

Dille, kervel, pastinaak, peterselie, selder, wortelen

Vlinderbloemigen

Bonen, erwten, kikkererwten, lupines, pinda's

Lipbloemigen

Bijna alle kruiden

Leliegewassen

Asperges, bieslook, knoflook, prei, uien

Ganzevoetfamilie

Rode biet, snijbiet, spinazie

Samengesteldbloemigen

Artisjokken, goudsbloemen, sla zoals kropsla en andijvie 

Komkommerfamilie

Courgettes, komkommers, meloenen, pompoenen

Nachtschadefamilie

Aardappelen, aubergines, paprika's, tomaten

compo image

Diep, vlak of breed?

5. Worteltype

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen diepwortelende en vlakwortelende planten. 

  • Diepwortelende planten zijn in staat om water en voedingsstoffen uit de dieper liggende grondlagen op te nemen. Voorbeelden : artisjokken, bloemkool, pastinaak, lupinen, zoete aardappelen en aardperen.
  • Vlakwortelende planten nemen water en voedingsstoffen op uit de bovenste grondlagen. Voorbeelden : veldsla, radijs en uien.

Er bestaat helaas geen duidelijke grens tussen beide soorten - er zijn enkele groentesoorten die middellange wortels ontwikkelen of die zich aanpassen aan de omgeving en die de ene keer iets vlakkere, en de andere keer iets diepere wortels hebben. Bovendien moet je er ook rekening mee houden dat sommige planten aanzienlijk dieper in de grond zijn aangeplant. Aardappelen vormen bijvoorbeeld geen lange wortels, maar aangezien de wortels ruim 50 centimeter onder de grond zitten, kunnen ze ook het water uit de diepere grondlagen opnemen.

De meeste groentesoorten zijn planten die wortels van gemiddelde lengte ontwikkelen en/of zich kunnen aanpassen aan de omgeving.

Algemene regel : als je je moestuin regelmatig begiet en bemest, zullen normaliter alle groenteplanten voorzien zijn van water en voedingsstoffen.

compo image

De juiste buurplanten

Op basis van de bovenstaande informatie kan je een kleurrijke en gevarieerde gemengde teelt opstarten. Ook ervaring uit de tuinbouw kan hier een rol spelen. Sommige planten hebben namelijk een positief effect op de buurplanten :

  • De combinatie van aardbeien en prei is heel populair, aangezien prei sommige schimmelpathogenen op afstand zou houden.
  • Aaltjes die onder andere aardbeien, prei, bonen, erwten of sla aantasten, kunnen worden tegengehouden met goudsbloemen (tagetes).
  • Bonenkruid zou bonen beschermen tegen de zwarte bonenluis.

Geschikte en ongeschikte plantencombinaties

Deze planten plant je beter niet samen :

  1. Bonen en erwten (zij kunnen ook niet goed overweg met knoflook en uien)

  2. Aardbeien en grote koolsoorten

  3. Komkommers en tomaten

  4. Tomaten en aardappelen

  5. Radijzen en uien

Deze planten zijn compatibel met andere groentesoorten :

  1. Andijvie

  2. Veldsla

  3. Wortelen

  4. Spinazie

  5. Courgettes

  6. Snijbiet

De mooiste combinaties voor een kleurrijke gemengde teelt :

  1. Aardbeien, prei en goudsbloemen

  2. Komkommers, erwten en struikbasilicum

  3. Koolsoorten, dille, bonen en bonenkruid

  4. Aardappelen, Oost-Indische kers en goudsbloemen

  5. Tomaten, Oost-Indische kers en goudsbloemen

  6. Radijzen, wortelen en sla

  7. Aardbeien, bernagie, spinazie, radijs en sla

Voorbeeld moestuinbak

Schema voor een kleine moestuinbak

Onze moestuinbak van 80 x 120 cm staat op een zonnige locatie en hebben we beplant met verschillende gewassen zoals aardbeien en sla. Van links naar rechts vind je :

compo image
  • Aardbeien : kunnen over de rand van de moestuinbak groeien waardoor de vruchten niet blijven liggen op de natte grond.
  • Goudsbloemen (2 planten) : de Tagetes Patula produceert afweerstoffen tegen onder andere aaltjes die aardbeien aantasten.
  • Oost-Indische kers : de bloemen zien er niet alleen leuk uit, maar smaken ook nog eens heerlijk in een zelfgemaakte kruidenboter. De plant groeit in de linker bovenhoek en kan eveneens over de rand groeien.
  • Sla : kan doorlopend worden geoogst als pluksla.
  • Rode biet : kan goed gecombineerd worden met koolrabi, komkommers, sla en aardbeien.
  • Struikbasilicum : het heerlijke aroma van de bloemen zal heel wat bijen aantrekken die de groenteplanten zullen bestuiven. Deze plant kan relatief hoog worden, dus daarom hebben we deze centraal aangeplant.
  • Koolrabi : ideaal zijn kleine soorten die niet veel plaats innemen. Daarom hebben we 6 plantjes in 2 rijen aangeplant.
  • Snijbiet : kan eenmalig of doorlopend geoogst worden als "pluk-snijbiet". Onze plant groeit rechts in onze moestuinbak.
  • Komkommer : kies voor een soort die goed groeit in de open lucht. Je kan de komkommerplant onderaan aan de rand aanplanten zodat die over de rand kan groeien.

Bij al deze jonge planten gaat het om groentesoorten met een gemiddelde voedselbehoefte. Dit betekent dat je je moestuinbak bij de aanplanting niet alleen moet opvullen met verse, voorbemeste potgrond voor groenten, maar dat je ook een biologische meststof met lange werking kan toevoegen. Zo hebben je groenteplanten gedurende meerdere maanden alle belangrijke voedingsstoffen ter beschikking.

Gemengde teelt - 5 tips

  1. Houd rekening met de locatie

    De meeste groenteplanten houden van een voedingsrijke bodem op een zonnige locatie

  2. Houd rekening met de voedselbehoefte

    Combineer planten met gelijkaardige voedselbehoeften zodat ze niet met elkaar concurreren.

  3. Voorzie voldoende plaats

    Heel wat groenteplanten worden na verloop van tijd groter en hebben daarom voldoende ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Controleer daarom altijd de informatie op het plantenetiket!

  4. Meng verschillende plantenfamilies

    Om plagen te voorkomen die gespecialiseerd zijn in bepaalde plantenfamilies, helpt het om groentesoorten van verschillende families samen te planten en drie tot vier jaar te laten verstrijken tussen de teelt van planten uit dezelfde familie.

  5. Houd rekening met het worteltype

    Plant zowel diep wortelende als vlak wortelende planten. Zo worden de voedingsstoffen in de bodem optimaal benut en gaan de planten elkaar niet in de weg zitten.

Of je nu één of meerdere moestuintjes beplant : met deze vijf tips kan je het onderhoud gemakkelijker maken en kan je genieten van een rijke oogst.

Delen

Blijf op de hoogte

ABONNEER JE OP DE COMPO-NIEUWSBRIEF

Ontvang seizoensgebonden plantenverzorgingstips en inspiratie voor je tuin, gazon, planten, decoratie en zo veel meer via onze nieuwsbrief.

 

BEDANKT VOOR JE REGISTRATIE !

 

Je ontvangt binnen enkele ogenblikken een bevestiging via e-mail. Om je registratie te bevestigen, hoef je enkel nog te klikken op de link in de e-mail.

Gelieve je e-mailaders in te vullen.

Gelieve het vakje aan te vinken om toe te stemmen met de Privacy Policy.