ZO SPROEI JE JE GAZON CORRECT
Een diepgroen, gezond gazon - wie droomt daar nu niet van? Vooral in de zomer, wanneer de grasmat wordt gebruikt als speelzone voor de kinderen of als decor voor tuinfeestjes, heeft het gazon voldoende water nodig. Toch worden er bij het sproeien van het gazon vaak fouten gemaakt. Hieronder stellen we je de vijf meest gemaakte fouten voor en tonen we hoe je deze in de toekomst kan vermijden.
Vooral tijdens lange periodes van droogte in de zomer denken heel wat tuinliefhebbers dat ze hun gazon een plezier doen door dagelijks te sproeien. Niets is minder waar : als je dagelijks kortstondig water geeft, zal het water enkel de bovenste grondlaag bereiken en niet doorsijpelen tot aan de wortels van de grassen. De gesproeide hoeveelheid water is namelijk niet voldoende. Gevolg : ook al ziet het gazon er aanvankelijk groen en gezond uit, als je gazon op deze manier wordt gesproeid, zal het bij lange periodes in de zomermaanden sneller uitdrogen. De gazonwortels kunnen dan namelijk alleen water uit de bovenste grondlaag trekken - die droogt helaas sneller uit na het sproeien.
In droge periodes zijn het de diepgewortelde grassen die de laatste watervoorraad uit de bodem kunnen halen. Als je je gazon echter slechts oppervlakkig water geeft, zullen er onvoldoende reserves te vinden zijn in de diepere bodemlagen. Dit geeft dan weer vrij spel aan de diepgewortelde gazononkruiden (vb. paardenbloem, weegbree) : zij kunnen zich sneller verspreiden en krijgen toegang tot het water in de diepste grondlagen. Om je gazon aan te moedigen om sterke wortels te ontwikkelen, is het beter om het één of twee maal per week uitgebreid en intensief te sproeien.
Als het niet (voldoende) regent, is het belangrijk dat je het dorstige gazon van voldoende water voorziet. Alles hangt natuurlijk af van de bodemgesteldheid, vochtigheid, wind en temperatuur. Eén vierkante meter gazon kan tijdens de zomermaanden tot wel 4 liter water per dag verdampen. Aangezien de gazonwortels een lengte van ongeveer 15 centimeter ontwikkelen, moet de grond ook grondig worden gesproeid.
De waterbehoefte van je gazon hangt in principe af van de grondsoort. Zandgronden en losse bodems hebben 10 tot 15 liter water per m² nodig, leem- en kleigronden daarentegen 15 tot 20 liter. Omdat leembodems vocht beter kunnen vasthouden, volstaat het om dit type bodems één keer per week te sproeien. Bij sterke leembodems kan het zelfs nodig zijn om twee opeenvolgende dagen telkens de helft van de benodigde hoeveelheid water te geven zodat het water goed kan insijpelen. Anderzijds kan je zandgronden om de drie tot vier dagen water geven omdat ze veel sneller uitdrogen.
Tip : het gazon heeft niet alleen in de zomer water nodig, maar ook tijdens de vroege herfstmaanden. Dit is heel belangrijk, vooral tijdens langere periodes van droogte.
Heb je net iets té veel je best gedaan om je gazon te verzorgen? Te veel water geven is helaas niet zo goed want hierdoor kunnen plassen en stilstaand water ontstaan. Als zich te veel water in het gazon verzamelt, kan dit ertoe leiden dat de lucht uit de grond ontsnapt. Hierdoor kunnen de wortels van de grassen gaan rotten en in het ergste geval kunnen de grassen afsterven. Een muffe geur of blauwgrijs gekleurde grassprieten kunnen het gevolg zijn van dergelijk luchttekort.
Toch hoef je niet te wanhopen : je kan proberen het gazon te beluchten. Hierbij worden diepe gaten in de grond gemaakt zodat de zuurstof opnieuw tot bij de wortels kan komen. Vervolgens strooi je zand op het gazon. Dit helpt tegen wateroverlast door de grond los te maken en de doorlaatbaarheid te verhogen. Als je sproeibeurten inplant, moet je natuurlijk ook rekening houden met de regen. Zeker na forse regenbuien is extra water geven niet meer nodig.
Het ideale tijdstip om je gazon te sproeien is in de vroege ochtenduren, tussen 3 uur en 6 uur ’s morgens. Dan is de bodemtemperatuur nog het koelst en kan er maar weinig water verdampen.
Als je daarentegen ’s avonds water geeft, is de grond meestal nog warm, zeker in de droge zomermaanden. Een groot deel van het water zal al aan de oppervlakte verdampen nog voor het de graswortels kan bereiken. ’s Avonds water geven kan ook de vorming van schimmelziekten bevorderen omdat het resterende vocht in de grasmat in combinatie met de dalende temperaturen de ideale omstandigheden vormt voor vochtminnende ziekteverwekkers.
Als je ’s middags, in de brandende zon, water geeft, bestaat het gevaar dat je gras zal verbranden door de interactie van de zon en het water. De waterdruppels zullen het intense zonlicht namelijk weerkaatsen en werken zo als een vergrootglas dat het licht bundelt en de sterkte van de zonestralen verhoogt.
Heb je eindelijk je gazon ingezaaid of misschien zelfs helemaal opnieuw aangelegd, dan is het heel belangrijk dat je de jonge graszaden niet aan hun lot overlaat. Na het uitzaaien is het cruciaal dat de zaden de komende weken constant vochtig worden gehouden. Enkel zo kunnen ze succesvol ontkiemen. Net de droogte is het grootste gevaar voor de kleine zaailingen.
Idealiter geef je je pas ingezaaide gazon minimaal één maal per dag (of misschien wel twee of drie keer) water gedurende 10 minuten (afhankelijk van de weersomstandigheden) zodat de bovenste grondlaag steeds vochtig is. Na ongeveer drie weken zijn de graszaden ontkiemd en kan je de tijd tussen de verschillende sproeibeurten verlengen. Omdat de graszaden aan de oppervlakte liggen, is het niet nodig om grondig water te geven in dit stadium.
Zelfs met pas aangelegde gazonzoden is het van cruciaal belang om die ten allen tijde vochtig te houden tot ze goed ingeworteld zijn. Graszoden hebben dagelijks 10 tot 15 liter water per vierkante meter nodig.
Tip : ook bij een bemestingsbeurt is het belangrijk dat je gazon water krijgt. Idealiter geef je je gazon 20 tot 30 minuten water na het uitstrooien van de gazonmeststof. Meststofkorrels die aan het gras blijven kleven, worden zo in de grond gespoeld en opgelost - enkel zo kan de meststof zijn werk doen.
WELKE METHODE?
Tegenwoordig bestaan er verschillende sproeimethodes die het je gemakkelijker maken om je gazon de exacte hoeveelheid water te bezorgen.
De handigste oplossing is ongetwijfeld een automatisch irrigatiesysteem met verzonken sproeiers in de grond. Als je een tuinslang of een conventionele gazonsproeier gebruikt, kan je ook een watermeter (ook wel debietmeter genoemd) op de slang aansluiten. Je hoeft enkel de waterbehoefte van je gazon te bepalen door de totale gazonoppervlakte te vermenigvuldigen met ongeveer 15 liter water per vierkante meter.
Met een zogenaamde bodemvochtsensor kan je het vochtgehalte van de bodem controleren en zo bepalen hoeveel water je gazon nog nodig heeft. Als je niet beschikt over dergelijke vochtmeter, dan is er een simpel trucje : plaats tijdens het sproeien enkele lege blikken op het gazon. Zodra deze ongeveer anderhalve centimeter met water zijn gevuld, dan betekent dit dat je het gazon ongeveer met 15 liter water per m² hebt voorzien - dan is het water voldoende diep in de bodem binnengedrongen en kan je stoppen met sproeien.
Een andere mogelijkheid is de zogenaamde schoppentest. Daarbij graaf je na de sproeibeurt met een schop in de grond (idealiter aan de rand van het gazon) en controleer je hoe diep de grond doordrenkt is. Zo weet je voor de volgende keer of je de gazonsproeier of tuinslang langer of korter moet laten sproeien.
Producten voor een gezond gazon
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren