Een stevig, diepgroen gazon - wie droomt daar nu niet van? Door de vele tuinactiviteiten (vb. ravottende kinderen) krijgt je gazon het echter heel hard te verduren, met kale en droge plekken als gevolg. Deze plekken zorgen niet alleen voor een pover uitzicht, maar zijn ideaal voor onkruiden en mossen om zich in je gazon te nestelen. In dit artikel ontdek je hoe je de kale plekken kan bijzaaien, wanneer je dit idealiter doet en waarop je moet letten bij het onderhoud van je gazon.
Elk seizoen brengt andere uitdagingen voor het gazon en voor het onderhoud met zich mee.
In de zomer krijgt je gazon het moeilijk door de hitte en de droogte. Daarnaast worden de grassen belast door tuinmeubelen, speeltoestellen of zwembaden. Het resultaat : het diepgroene gazon verandert geleidelijk aan in een geelbruine steppe.
In de herfst en de winter trekt het vochtige weer heel wat insectenlarven, wormen en andere bodemorganismen naar de bovenste bodemlaag - die vormen een rijke voedingsbron voor mollen, die de grond omgraven en zo de bekende molshopen creëren. Bovendien bevorderen temperatuurschommelingen, gevallen bladeren en een dichte sneeuwlaag de ontwikkeling en verspreiding van schimmelziekten. Deze ziekten veroorzaken niet alleen lelijke kale plekken, maar geven onkruiden en mos vrij spel.
Kale plekken in het gazon moeten daarom zo snel mogelijk worden hersteld. Hoe je dit op vakkundige manier doet, welke gazonzaden hiervoor geschikt zijn en hoe je daarbij te werk gaat, kan je hieronder ontdekken.
In principe zijn er twee periodes waarin je je gazon kan bijzaaien en kale plekken kan herstellen :
Zowel in het voorjaar als in de herfst zijn zachte temperaturen heel belangrijk. Vorst, hitte of hevige regenval zijn niet bevorderlijk voor de ontkieming van de graszaden. Bovendien moeten de doorgezaaide gebieden goed vochtig gehouden worden tot ze ontkiemen.
De graszadenmengeling hangt af van de ligging en van het gebruik van het gazon :
Naast specifieke graszaden die worden ingezet voor het herstel van kale plekken zijn er ook gemengde producten beschikbaar. Dergelijke kant-en-klare producten bestaan bijvoorbeeld uit graszaden, meststof en potgrond. Doordat de verschillende ingrediënten reeds optimaal op elkaar zijn afgestemd en ze in één toepassing kunnen worden toegepast, kan veel werk en tijd worden bespaard.
Kale plekken gemakkelijk herstellen
1
Voordat je gaat zaaien moet het gazon worden gemaaid tot 5-6 cm hoogte zodat de nieuw gezaaide grassen voldoende lucht en licht krijgen - twee belangrijke voorwaarden voor een gezonde groei.
2
Maak de bodem los met een hark en verwijder de dode grassen, de onkruiden en het mos. Om de bodemstructuur te verbeteren kan een bodemverbeteraar met de bodem worden vermengd. Dit wordt aanbevolen voor kleigronden. Egaliseer vervolgens de bodem.
3
Voor een snelle en betrouwbare groei van de jonge grassen kan je op dezelfde dag een meststof strooien. Deze zal de wortelvorming versterken en ervoor zorgen dat de grasmat snel sluit.
4
Verdeel de graszaden gelijkmatig over het oppervlak (voor kleinere oppervlakken met de hand of met behulp van de strooiopeningen op de zijkant van de verpakking / voor grotere oppervlakken kan dit met een strooier). Gebruik bij voorkeur hetzelfde graszadenmengsel voor het doorzaaien als bij het inzaaien om een uniform groeipatroon te bereiken. Druk de zaden goed aan (vb. met een wals) voor een goed grondcontact.
5
Geef het gazon uitvoerig water. De waterstraal mag niet te hard zijn zodat de zaden niet wegspoelen. Ideaal is een gieter met sproeikop. Belangrijk : de bodem moet de komende vier weken constant vochtig gehouden worden - eenmaal de zaden uitdrogen, zullen ze hun kiemkracht verliezen. Bij veel zonneschijn en weinig regen raden we je aan om dagelijks te besproeien. Om uitdroging te vermijden kan je een heel dun laagje (niet dikker dan de zaden) bodemverbeteraar over de zaden strooien. Als deze laag te dik is, bestaat het risico dat de zaden niet door de potgrond breken of gaan rotten.
Sla bij de volgende maaibeurt de herstelde zone over. Maai de pas ingezaaide grassen als ze ongeveer 8 cm hoog zijn (na ongeveer 8-20 weken). Alleen dan staan de jonge grassprieten voldoende stevig in de grond.
Kanttekening
Als er op slechts enkele plekken in het gazon onkruiden en mos aanwezig zijn, dan kan je deze handmatig verwijderen voordat je gaat doorzaaien. Een onkruidtrekker en een hark kunnen je daarbij helpen. Zijn er veel onkruiden aanwezig, dan kan je aan de slag met een vloeibare gazonmeststof met indirecte werking tegen onkruid en mos zoals COMPO Progazon.
Als er veel mos in je gazon terug te vinden is, dan kan je aan de slag met een gazonmeststof met mosbestrijder. Hier hoef je geen rekening te houden met een wachttijd. Het volstaat als je het dode mos uit het gazon harkt en het behandelde terrein zorgvuldig water geeft. Daarna kan je meteen doorzaaien. En dan duurt het niet lang meer tot je een prachtige, diepgroene grasmat hebt!
Alles over het gazon en de gazonverzorging
De juiste producten voor een prachtig, diepgroen gazon