Wolluizen, spint, tripsen en schildluizen - herkennen, bestrijden en voorkomen
Orchideeën houden helemaal niet van droge, warme verwarmingslucht, maar hun vier grootste vijanden wel. Vooral tijdens de donkere maanden van het jaar, wanneer de orchidee zich niet zo prettig voelt op de vensterbank en overwintert, zijn de planten een gemakkelijke prooi voor wolluizen, spint, tripsen en schildluizen. We tonen jou hoe je de vier meest voorkomende insecten bij orchideeën in een vroeg stadium kan herkennen, hoe je een aantasting kan voorkomen en hoe je ze efficiënt kan bestrijden.
Dit hebben ze allemaal gemeen
Vier insecten die verlekkerd zijn op je orchideeën? Dat klinkt misschien wel dramatisch, maar het goede nieuws is dat ze heel veel gemeen hebben. Enerzijds maakt dit het gemakkelijker om het ongedierte te voorkomen, anderzijds kan je alle vier de plagen bestrijden met één en hetzelfde middel. Je hoeft dus geen expert te zijn om je geliefde orchideeën te beschermen. Maar hoe weet je nu eigenlijk welke plaag je planten aantast? We tonen jou hoe je wolluizen, spint, trips en schildluizen vroegtijdig kan herkennen.
1. Wolluis
Wolluizen zijn een van de vaakst voorkomende problemen op orchideeën. Afhankelijk van de variëteit vallen ze de bladeren, stengels of wortels van de orchidee aan maar het probleem is steeds hetzelfde : de insecten zijn bladzuigers die letterlijk het sap uit je orchidee zuigen. Dit zorgt niet alleen voor lelijke prikpunten op de bladeren, maar verzwakt de plant ook en maakt deze vatbaarder voor andere ziekteverwekkers.
Als je een mogelijke aantasting van wolluizen tijdig herkent, heb je misschien wel een belangrijke bijdrage geleverd aan de gezondheid van je orchideeën. In een geschikte omgeving kunnen de vrouwtjes namelijk honderden eitjes per week leggen. Vooral de jonge luizen zijn heel mobiel en migreren graag naar naburige kamerplanten. Zoals de naam al doet vermoeden, moet je zoeken naar het wasachtige stof (dat eruit ziet als wattenbolletjes of witte schimmel) dat de insecten afscheiden. Zoals bijna alle luizen scheiden wolluizen ook kleverige honingdauw uit. Dit kan je herkennen aan de glanzende spikkels op de bladeren van je orchidee.
Hoe duidelijk de sporen van wolluis hierboven ook zijn, ze zijn soms moeilijk te herkennen. Zowel de volwassen insecten als hun eitjes klauwen zich namelijk meestal vast in de openingen tussen de afzonderlijke bladlagen of aan de onderkant van de bladeren. Zodra je orchidee er wat zwakjes uitziet, controleer je je plant best heel regelmatig.
Enkele wolluissoorten zijn te vinden rond de wortels van je orchideeën. Gelukkig hebben de planten een doorzichtige pot zodat je de plaag tijdig kan herkennen als je de plant uit de sierpot haalt.
2. Tripsen
Ook tripsen kunnen je orchideeën beschadigen door het plantensap uit de bloemen en bladeren te zuigen. De kleine bladzuigers hebben slechts een korte levensduur maar vermenigvuldigen zich zeer snel. Ze vormen pas een bedreiging voor de gezondheid van je orchidee als ze in grote aantallen voorkomen : de talrijke prikpunten op de bladeren belemmeren in eerste instantie de groei van de plant. Naarmate de plaag vordert, worden individuele bladeren bruin en en vallen ze af. Als de tripsaantasting ongehinderd doorgaat, kan in het ergste geval de orchidee compleet afsterven.
Hoewel er ook enkele soorten tripsen met vleugels bestaan, lopen de insecten meestal rond. Ze zijn erg actief en zijn meestal terug te vinden op de potgrond en rondom de pot (op de vensterbank). Toch zijn tripsen niet zo gemakkelijk te spotten omdat ze amper 1 tot 3 mm groot zijn. Met hun donkerbruine kleur zijn de volwassen insecten nog vrij goed te zien - althans in grotere groepen - maar ze zitten meestal aan de onderzijde van de bladeren of verschuilen zich tussen de bladoksels en takken. Eieren en larven zijn meestal lichtgroen of wit en liggen in de potgrond - ze zijn bijna onzichtbaar voor het blote oog.
Om een tripsaantasting bij orchideeën in een vroeg stadium te detecteren, is het beter om typische schadepatronen in de gaten te houden. Wanneer tripsen het weefsel van de orchideeënbladeren prikken, komt er lucht in de plantencellen. Hierdoor kleurt het bladoppervlak zilvergrijs. In het beginstadium van de besmetting zijn individuele, lichtgekleurde vlekken op de bladeren te zien ; bij een gevorderde besmetting kunnen complete bladeren zilverachtig kleuren. De zuigende werking van de tripsen is te herkennen aan de kleurloze, lichte delen van de orchideebloemen. Een besmetting met trips op orchideeën is ook vrij goed vast te stellen aan de hand van hun zwarte uitwerpselen - deze zijn zichtbaar in de vorm van kleine, zwarte druppeltjes.
3. Schildluizen
Het derde insect dat het gemunt heeft op het plantensap van je orchideeën is de schildluis. Je raadt het waarschijnlijk al : nog een bladzuiger die met behulp van zijn zuigorgaan de bladeren leegzuigt. Hierdoor beginnen de bladeren te vervormen en vallen ze uiteindelijk van de plant. Net als bij de wolluis zorgen schildluizen ervoor dat de plant geleidelijk aan verzwakt. Als een schildluisplaag niet behandeld wordt, zal de plant uiteindelijk afsterven.
Eenmaal een volwassen schildluis zich op een blad van je orchidee heeft vastgezet, zal het insect zich nog zelden bewegen. Je denkt waarschijnlijk dat het insect makkelijk te herkennen moet zijn. Echt niet, want naast hun traagheid hebben de schaalinsecten uitstekende camouflagevaardigheden waarmee ze zichzelf beschermen tegen vijanden. Ze zitten het liefst aan de onderzijde van de bladeren of diep in de bladplooien waar de bladeren uit de wortels komen. Bovendien lijken schildluizen met hun schilden op het eerste gezicht helemaal niet op insecten maar eerder op kleine bruine of grijze pokken.
Zoals gebruikelijk bij bladluissoorten laat ook de schildluis een duidelijk spoor achter. Zo kan de aantasting snel opgemerkt worden. Ook schildluizen scheiden kleverige honingdauw af. Om te voorkomen dat ze aan elkaar gaan kleven, gooien de insecten de afscheiding van zich weg. Bij een schildluisplaag zijn niet alleen de bladeren van de orchidee plakkerig en glanzend, maar ook de vensterbank rond de pot en soms zelfs de ruit.
4. Spint
Last but not least behoren ook spintmijten tot de meest voorkomende plagen bij orchideeën. Met een lichaamslengte van minder dan 1 mm zijn ze niet met het blote oog te zien. De mijten hebben het eveneens gemunt op het sap van je orchidee en injecteren een gif dat de plant ernstig verzwakt. Samen met het sap uit de bladeren verliest de orchidee veel voedingsstoffen tegelijk, waardoor de plant uiteindelijk kan afsterven als je de spintplaag niet behandelt.
Door hun kleine formaat hoef je geen tijd te verspillen aan het zoeken naar spintmijten op je orchideeën zonder vergrootglas. Het ongedierte is zelfs onder een vergrootglas moeilijk te vinden. Het liefst zitten ze aan de onderzijde van de bladeren en tussen de takken en bladoksels van de plant. Een duidelijk bewijs van de aanwezigheid van spintmijten op je orchideeën zijn de licht gespikkelde bladeren - het lijkt een gevlekt patroon van zilvergrijs en wit. Eenmaal de aantasting gevorderd is, worden de bladeren bruin en droog en sterven ze enige tijd later af.
Zoals de naam al doet vermoeden, verraden spintmijten hun aanwezigheid op orchideeën vooral met kleverige, witte spinnenwebben of beschimmelde pluisjes. De karakteristieke webben zitten echter vaak diep tussen de wortels van de bladeren. Zorg ervoor dat je bij de controle van je orchidee de bladeren uit elkaar duwt en alle delen van de plant van onderaf bekijkt om er zeker van te zijn dat er geen spintmijten verstopt zitten.
Wolluizen, spintmijten, tripsen en schildluizen
Om te vermijden dat de zuigende insecten zich op je orchidee nestelen, zijn er vier dingen die je kan doen :
Je moet ook rekening houden met de water- en voedingsbehoeften. Het toverwoord hier is "behoefte", vooral als het gaat om meststof. Een overaanbod aan stikstof zorgt namelijk voor zachte en minder resistente plantendelen die een ideaal doelwit vormen voor bladzuigende insecten. De juiste hoeveelheid water en meststof hangt af van de seizoenen : in het voorjaar en tijdens de zomer kan je je orchidee verwennen met water en meststof. Tijdens de herfst kan de toevoer echter al snel te veel worden voor je plant - orchideeën overwinteren dan en hun metabolisme neemt af. Hoe je je orchidee in de winter goed verzorgt, kan je in dit artikel ontdekken.
Is je orchidee aangetast door wolluizen, spintmijten, tripsen of schildluizen?
Producten voor de verzorging van je orchideeën
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren