Dit zit er achter het weerfenomeen IJsheiligen
Vrijwel iedere tuinier kent de oude volkswijsheid dat er na IJsheiligen (half mei) nog vorst kan komen. Of het nu gaat om fruit, groenten of bloemen - als je je planten wilt beschermen tegen late vorst, wacht je best tot eind mei voordat je begint met zaaien. Maar hoe zit het nou eigenlijk met die oude regel? Wat erachter zit en waar die vreemde naam vandaan komt, vertellen we je in dit artikel.
Als het in april mooi weer wordt, krijg je vast zin om de planten buiten te zetten en te gaan planten, zaaien en verpotten. Maar hiermee moet je voorzichtig zijn. Uit de klimaatgegevens over vele jaren blijkt namelijk dat het gevaar voor nachtvorst vaak pas eind mei voorbij is. Hobbytuiniers die te veel haast hebben, lopen het risico dat hun met zorg gekweekte zaailingen en potplanten die de winter goed doorgekomen zijn, alsnog doodvriezen. Vanuit meteorologisch oogpunt kunnen de late perioden van kou en nachtvorst worden verklaard door de grote temperatuursverschillen tussen Midden-Europa en de noordelijke kustgebieden die in deze tijd van het jaar heersen. Omdat het relatief windstille vasteland sneller opwarmt dan de kustgebieden, ontstaan in het noorden lagedrukgebieden. Die lagedrukgebieden zuigen warme lucht aan, waardoor ijskoude luchtstromen uit het poolgebied naar het vasteland worden gedrukt. Daardoor kan - zelfs na wekenlang mild voorjaarsweer - je tuin plotseling door nachtvorst of zelfs sneeuw worden overvallen. Natuurlijk zijn de datums op de kalender slechts een richtlijn. Boeren en (hobby)tuiniers kunnen tegenwoordig gebruik maken van meteorologische weersvoorspellingen op basis van gemeten gegevens. Het is echter een feit dat in Midden-Europa in de 19e en 20e eeuw late vorst vaker en in strengere mate voorkwam dan tegenwoordig. Die ontwikkeling kan zeer waarschijnlijk kan worden teruggeleid naar de wereldwijde opwarming van de aarde.
De benaming 'IJsheiligen' is afkomstig uit de volksmond. De term verwijst niet alleen naar de kalenderdagen die belangrijk zijn voor het moment van zaaien, maar vooral naar de naamdagen van enkele katholieke heiligen. Die heiligen zijn: Mamertus (11 mei), Pancratius (12 mei), Servatius (13 mei), Bonifatius (14 mei) en Sofia van Rome (15 mei). Omdat vroeger op de naamdagen van deze heiligen vaak late vorst voorkwam, werden ze in de volksmond de 'IJsheiligen' genoemd.
De oude volkswijsheid dateert nog van vóór de kalenderhervorming van 1582, waarbij tien kalenderdagen werden geschrapt. Omdat de naamdagen hun oude plaats op de kalender behielden, zou het weerfenomeen van de IJsheiligen volgens onze huidige kalender eigenlijk 10 dagen later moeten vallen, waardoor de vorst eigenlijk pas van 21 tot 25 mei te verwachten is. Overigens variëren de datums van de IJsheiligen per regio. In Nederland vallen de IJsheiligen van 11 tot en met 13 mei, terwijl ze in het noorden van Duitsland van 11 tot en met 13 mei en in het zuiden van Duitsland van 12 mei tot en met 15 mei vallen. Met de volkswijsheid en boerenregel wordt daarnaast nog in vele andere Europese landen rekening gehouden. Wij raden je echter aan je niet al te veel op de IJsheiligen te richten, maar vooral de meteorologische weersvoorspellingen in de gaten te houden voordat je begint met zaaien, planten en buiten zetten. Voor het weer blijft echter gelden: het is pas kort van tevoren voorspelbaar.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren